Mevr. Joh. Veth-Prince
Een echo van dit lief geluid, kan ik niet oproepen. Het koert en kwinkeleert als vogelzang, welig op lossen rhythmen-slag, als de muziek glijdt in vloeiende melodieën of rustige wijzen van lichtgolvend sentiment, gelijk de aria uit Haydn's Schepping, het Panis Angelicus van César Franck. Hier sprak haar echt-vrouwelijk gemoed zijn moedertaal en dat was zeer schoon. Nu zou Walther voor den Vogelweide zoo hebben doorgezongen, maar mevr. Joh. Veth-Prince wilde zich zelf overtreffen.
De stem dezer debuteerende zangeres is fraai, hoewel in 't hooge register rijker dan in 't lage. Ook technisch staan hare praestaties op een mooie hoogte. Doch tegen de passie van Schuberts Rastlose Liebe is zij nog niet opgewassen; met de karakteristiek der nieuwste componisten bleek zij niet voldoende vertrouwd. Ik denk hier aan Rich. Strauss. Zelfs Peter Cornelius was haar nu en dan te machtig. Doch dit daargelaten, kunnen wij een heerlijke stem signaleeren, van zielvol timbre.
De kunstenares trad voor een talrijke menigte genoodigden met zeer veel succes op en een toegift ontbrak zelfs niet. Heinrich Fiedler speelde de bekende Ciacona van Vitali (zou deze er maar één geschreven hebben?) met begeleiding van een pijporgeltje, dat den vioolklank beter stutte en aanvulde, dan de meestal gebruikelijke piano, doch het rhythme een weinig vervaagde; hij gaf drie charmante solostukjes, waarvan men er al een bisseerde; maar hier was een extra-berceuse noodig om het enthousiasme te sussen. Er kwam waarlijk geen eind aan het programma. Ook met de medewerkers hebben wij nog niet afgerekend: mevr. Fischer begeleidde, met den heer W. Doortmond als organist, violist en zangeres op de harp in César Franck's Panis Angelicus en Ave Maria; de heer Jochems accompagneerde mevr. Veth-Prince op het klavier (vooral delicaat in Strauss' Ständchen). En natuurlijk stroomden bloemstukken en boeketten in evenredigheid: men had er een serre aardig mee kunnen stoffeeren!