Kathleen Parlow
Een talent als van Kathleen Parlow ontwikkelt zich niet meer. Zij is nog dezelfde van twee jaren geleden. Kunstenaressen als zij zijn onveranderlijk als het ideaal dat zij weergeven. Zij verwisselen van viool, de manier van spelen wordt mooier of leelijker, soms verandert hun programma; bij Kathleen Parlow toevallig niets van dit alles, maar... zij vond een anderen begeleider, den heer Charlton Keith. Van samenspel was geen sprake.
Als Parlow speelde had zij de leiding en Keith deed zijn best bij te blijven. Bij solistische intermezzi voor de piano ging het krachtigste tempo op een sukkeldrafje. Bij zulk accompagnement kwam niet veel terecht van het illustreerende gedeelte van Bruch's concert, dat met piano uitgevoerd, toch al zoo veel verliest. Doch genoeg hierover.
Hoe heerlijk gaf zij zich, het breedst in den gloeienden weemoedszang, en in glanzigen virtuozenpronk. Die Zigeunerweisen van Sarasate, - vooral de laatste! - welk een toon en techniek. Die volle Pizzicati, klinkend als tamboerijnslagen! En hiernaast het beweeglijke spel van Josef Suk's Burleska, het Menuet van Debussy, den hoogen zang uit het tweede deel der sonate in C moll van Grieg. Waarom zakte dezen avond voortdurend de E-snaar? Parlow stemde sans gêne en meermalen duidelijk hoorbaar. Wij hebben er haar niet minder om bewonderd.
Parlow's kunst is nog caviaar voor velen en de Hollandsche Schouwburg was niet goed bezet. Maar de stemming was feestelijk; twee groote bouquetten werden der kunstenaresse aangeboden.