Concertgebouw [Haydn Symphonie nr 99, Rodolphe Kreutzer Vioolconcert nr 19 (solist Christiaan Timmner) - werken van Bach o.l.v. Willem Mengelberg]
Het abonnementsconcert, hedenavond, werd ingeleid door de eerste van Haydns zoogenaamde Engelsche symphonieën, die, voornamelijk wat de eerste deelen betreft, als de lentestemming ademt van de Jahreszeiten, zelfs met de ernstige momenten, die daar soms zoo plotseling het blijde zonlicht verduisteren: een dier werken, welke, hoe bekend zij ons ook toeklinken, nooit ophouden te bekoren en ons de symphonie geven in haar oervorm: voorbeeld voor alle tijden van zuivere opbouw en klare doorschijnendheid, maar onnavolgbaar in haar frissche melodiek en het geestig vernuftsspel, dat haar doorsprankelt.
Ook oud, en hoewel als noviteit op het programma gebracht, heelemaal niet nieuw klinkend, was het vioolconcert No. 19 van Rodolphe Kreutzer, door Chr. Timmner uitgevoerd. Kreutzer is wel onsterfelijk, maar dit dankt hij aan Beethoven, die hem een prachtsonate opus 47 opdroeg. De 40 opera's, die hij schreef, zijn vergeten, want de Kreutzer, die als operacomponist nog in de herinnering leeft, is Conradin Kreutzer, met zijn Das Nachtlager von Granada. Rodolphe heeft ook niet minder dan 19 vioolconcerten nagelaten! Dat zijn er achttien meer dan Beethoven. Het zou inderdaad een wonder zijn, als iemand, die zóó gemakkelijk schreef, iets zou hebben gewrocht van blijvenden aard, al zijn er ook op dit punt door de Muzen uitverkorenen, gelijk Haydn, die insgelijks een veelschrijver was, maar van wiens meer dan honderd symphonieën er zich tenminste nog een tiental tot in onzen tijd hebben gehandhaafd. Gezwegen van zijn oratoria en kamermuziekwerken. Neen, Rodolphe Kreutzer laat men niet ten onrechte in de muziekkast rusten. Zeker bleek het concert, dat wij gisteravond van hem te hooren kregen, werk te zijn van een vaardig musicus - maar het is toch erg verbleekt en had te weinig substantie om een publiek van tegenwoordig wezenlijk te kunnen boeien, al onthield het aan de uitvoering niet zijn stille aandacht. Mocht de reinheid niet altoos boven bedenking zijn, Timmner beheerschte het werk, natuurlijk volkomen en men liet het hem ten slotte niet aan hartelijk applaus ontbreken.
Na de pauze onthaalde hij het publiek op een concert van J.S. Bach, ook oud - maar onvergankelijk.