Aldo Antonietti en Myra Hess
Het eerste der concerten, gedurende het winter-seizoen te geven in de kleine zaal van het Concertgebouw, is ons gisteravond aangeboden door den violist Aldo Antonietti, met medewerking van de pianiste Myra Hess uit Londen.
Antonietti had zich een programma gekozen, dat gelegenheid gaf zijn rijke gaven te bewonderen. Voor de pauze hoorden wij het bekende pianoconcert van Saint-Saëns, geliefkoosd repertoire-nummer en daarna een drietal kleinere nummers uit de klassieke school: Sarabande et Tambourin van Leclair, Aria van Bach, en drie gedeelten uit eene solosonate van Bach (Sarabande Double et Bourrée).
In de tweede helft van den avond volgden het Preislied uit Meistersinger, door Wilhelmy voor viool gezet; het Abendlied van Schumann, en Zwei Ungarische Tänze van Brahms-Joachim. De keuze van Preislied en Abendlied leek ons niet gelukkig, omdat arrangementen als deze niet de stijlschoonheid van en programma verhoogen. Maar zij bieden den violisten de gelegenheid te schitteren, met een mooien toon, en Antonietti is in dit opzicht zeer bevoorrecht. Het is een genot te luisteren naar den zang van zijn zeldzamen Maggini. Zijn techniek is vlekkeloos, en de eenige wensch, dien men, hem hoorend, blijft koesteren, is dat zijn voordracht iets minder cerebraal ware. Beheersching is eene uitnemende eigenschap in den artiest, maar zij mag niet teruggaan tot reserve, en alleen in de Ungarische Tänze gevoelden wij den drang van den violist om zich in zijn spel uit te leven.
Myra Hess speelde César Francks ‘Prélude, Choral et Fugue’; Intermezzo van Schumann; Elves van haar leermeester T. Matthay; twee Etudes in As en F, van Chopin; de Ballade in A, van denzelfden, en (als toegift) eene Gavotte van Gluck.
De jeugdige klavierspeelster deed hiermede haar intrede in ons concert-leven, en zij toonde een zuiver pianotalent te bezitten. Haar spel is energiek en temperamentvol, zóó zelfs, dat onder den bravour de cantilene wel eens te veel lijdt.
Met name vraagt Elves een fijner aanslag, doch de werken die groot-spel kunnen verdragen als de Prélude van Franck en de Ballade van Chopin kwam het forsche karakter van haar spel ten goede. Het gehoor betoonde zich zeer ingenomen met de kunst van beide artisten.
Antonietti werd begeleid door mevr. Mossel-Belinfante: bescheiden en smaakvol.