Superieur intellect
Met de jaren mee defileeren een aantal staatslieden, de eenen koest als geslagen honden en bedelaars, de anderen hun opgekropte razernij ternauwernood kunnende verheimelijken, maar allen bezeten met denzelfden verborgen, kwaadaardigen wil die naar nergens leiden kon dan naar een catastrofe. Zij worden als insecten ontleed tot in hun geheimste roersels. Bainville's oog in een microscoop. Niets ontgaat hem in de harten en nieren der satanische acteurs die onder universeel applaus geparadeerd hebben op de diplomatische estraden, geregeerd in een gouvernementsgebouw met bedoelingen of bijbedoelingen die geen ander eindpunt konden hebben dan de negen cirkels van Dante's hel. Want Bainville voorspelt niet uit de planeten, gesmolten lood, kristallen bol of koffiedik. Hij is geen wichelaar, geen fakir, geen necromant. Het zou hem geërgerd hebben wanneer men hem een profeet genoemd had, wat een soort van buitengewone inspiratie vooropstelt. Maar met een superieure intelligentie, niet met intuïtie of instinct maar met verstand en zuivere rede, zonder andere privileges dan een mensch te zijn die zich methodisch geoefend heeft om juist te zien en zoover vooruit te zien als het gebeurlijke voorzienbaar is, voorspelde Bainville uit de karakters en wat ze voor permanents hebben, uit de politieke structuur, uit de geografie en uit de ervaring, voor welke de eeuwen van het verleden tellen in de uren en dagen van het heden.
Het is een zonderlinge gewaarwording in deze twintigste eeuw, zoo tuk op horoscopen, die weg en aanwijzingen gezocht heeft in de onontcijferbare divinaties van een Nostradamus, van middeleeuwsche visionnairs, van kaartlegsters, astrologen en somnabules, een voorspeller te ontmoeten die over een langen tijdsduur de geleidelijke wording openbaart der afgrijselijkste tribulaties welke zich ooit boven het menschdom samenpakten, die ten overvloede de middelen suggereert om ze te verhoeden, en die ten slotte een schrijver bleef wiens vermaningen noch de menschen noch de evenementen geraakt hebben. Nog zonderlinger is dit wanneer zulk een stem oprijst uit het graf.
Men kan een voorspelling terwijl zij gedaan wordt en zoolang ze niet in vervulling treedt om honderd redenen terzijde schuiven. Maar een voorspelling welke de gansche aarde bezig is te staven, aan welker bevestiging wij zelf deelnemen met ons goed en bloed, met onze soldaten onder wapenen, verwerft, wanneer zij verifieerbaar is in elken regel, in alle détails, de onontkoombare kracht van een godsoordeel.
Wij citeeren niets uit deze twee boeken omdat wij moeilijk iets zouden vinden wat voldoende harmonieert met een neutraliteit die gebiedend is wanneer het teksten betreft welke het lot regelen van een rijk. Wij willen echter dit nog zeggen om het effect weer te geven van een auteur die al zijn bevindingen registreerde met een volmaakte objectiviteit, zonder haat, zonder misprijzen, zonder wrok, zonder een zweem van passie: Hoe meer er gebeurt van wat Bainville voorzag, hoe verder het voorspelde cataclysme met zijn gruwelen en verschrikkingen zich zal uitbreiden, hoe meer verwoestingen zij aanrichten, des te zwaarder zal het vonnis wegen, des te noodzakelijker en rechtvaardiger zal het vonnis zijn dat in deze boeken reeds geveld werd toen de ramp nog moest aanvangen.
[verschenen: 4 mei 1940]