Geloof in de vrijheid
De idealen, de principes, de moraal van Frankrijk traden onaangetast, ongekreukt uit de intriges en het geparlementeer. Onaangetast, ongekreukt betreden zij de kampplaats en determineeren zij de Fransche taak. Zij kunnen samengevat worden in zeer weinig woorden: Geloof in de menschelijke rede. Geloof in de waarde en de waardigheid der menschelijke persoon. Geloof in de vrijheid van denken. Geloof in de vrijheid van leven.
Deze lapidaire formules zijn geen recepten die uitgewisseld kunnen worden tegen andere, of verdraaid, of weggemoffeld en achter de bank geborgen om ze voor den dag te halen wanneer ze in de kraam te pas komen. In Frankrijk zijn deze vier principes vier geboden. Men kan ze niet afleggen en aandoen als verkleedingen, voor het maken van experimenten, voor het najagen van egocentrische doeleinden. Die vier geboden raken den innerlijken mensch, zijn ware natuur, zijn wezen. Men kan een tijdlang lijdelijk dulden dat zij verkracht, overtreden, bespot, beschimpt, gesmaad, veracht worden. Maar als men eenmaal de wapenen voor hen heeft opgenomen, ze bedreigd ziende in hun voortbestaan, dan is geen transigeeren, geen smokkelen, geen schipperen nog mogelijk. Er zijn militaire, dynastieke veldslagen als Waterloo en Sedan, waarbij men niets verliest dan een gevecht, een stuk land, waarbij de mensch geen schade lijdt in zijn natuur. Er zijn andere veldslagen als die van Salamis, Marathon, de Catalaunische Velden, Bouvines, Valmy, en die welke beslissen zal over den oorlog van 1939, waar geen stuk grond op 't spel staat, geen grens, geen kolonie, maar de gansche menschelijke persoon met haar geloof, haar reden van bestaan. Na de wapenen gegrepen te hebben omdat een ideaal, waarmee het binnenste menschelijke wezen is samengeweven, onverdraaglijk geweld leed, kan men geen vrede sluiten met concessies, compromissen, min of meer verholen capitulaties. In zulke gevallen heeft door alle eeuwen heen een onverbiddelijke stem bevolen: liever alles dan dat; liever de dood. Men kan zelfs niet aan vrede sluiten denken, alvorens de status quo in al zijn evenwicht en in de noodzakelijke verhoudingen hersteld is. Het beginsel prijsgeven staat hier gelijk met zichzelf prijsgeven. Elke toegefelijke gedachte is een negatie van zijn eigen aard, een vermindering van zichzelf. Maar ieder die hier, volgens een oud woord, zijn lijf verliest, zal zijn leven winnen.