Levende schimmen
De meesten kozen de derde oplossing en schilderden hun electrische peren in tinten van korenblauw, lavendel, maagdepalm of azuur. En toen de avond viel hadden wij voor den eersten keer de impressie een schrede te zetten in een gevaarlijke, onzalige zone, op verboden grond. Het huis was een soort van crypte geworden waar wij rondgingen met het gevoel van reeds voor de helft schimmen geworden te zijn. De meubelen, de familiare portretten aan den wand, wijzelf in een spiegel, de gezichten die ons van lang her vertrouwd en gemeenzaam waren, wij hervonden ze met moeite. Wij moesten tastend wennen aan trekken die wij niet herkenden, aan vale kleuren en gelaatsuitdrukkingen welke wij nauwelijks konden harmonieeren met de gewone beelden van een geheugen dat verward raakte telkens wanneer 't probeerde zich te herinneren en te confronteeren, alsof wij plotseling verplaatst waren onder stralen en wetten van een vreemd gesternte. Bij elken zonsondergang zullen wij vol raadselen en melancholie denzelfden toer van desincarnatie en reïncarnatie uitvoeren in een Stad welke geworden is als een onmetelijke, sombere necropool, bespikkeld met wazige, blauwe dwaallichten, tusschen welke wij doen als spoken.