| |
Het eerste oorlogsmirakel
Ofschoon het volkenrecht het toestaat, hebben de Duitschers geen enkele poging gedaan de Fransche mobilisatie te ontwrichten door bombardementen op knooppunten, troepenconcentraties, transporten enz.
Parijs, [ca. 18] September [1939]
De groote mobilisatie heeft veertien dagen geduurd en in die betrekkelijk korte tusschenruimte bracht Frankrijk acht millioen man op de been, een ongekend aantal paarden en auto's, ontzaglijke hoeveelheden materieel van allerlei soort, dat zonder onderbreking, langs den weg en in eindelooze treinen, getrokken door minstens drie locomotieven naar de fronten gerold heeft.
Acht millioen man is het maximum van 1918, het cijfer van den wapenstilstandsdag. Het is het minimum voor den oorlog van 1939. In dit getal zijn niet begrepen de jongste en de oudste lichtingen, de corpsen welke de Polen vormen en de Tsjechen, de tienduizenden, honderdduizenden buitenlandsche vrijwilligers, en het gros der koloniale disponibiliteiten. Hoewel een cijfer om verstomd van te staan, zijn die acht millioen man slechts een soort van eersten inleg, bedrijfskapitaal, bestemd om de onderneming op gang te brengen.
| |
Er is hard gewerkt
Een menigte regimenten en materiaal, welke verbazen zouden als men ze opsomde, is gedirigeerd naar de Alpen en de Italiaansche grens; een andere massa naar het Oosten; belangrijke contingenten naar de grenzen van het Noorden. Alle manschappen zijn spiksplinternieuw geëquipeerd van top tot teen, wat geenszins gezegd kon worden bij de mobilisatie van vorigen herfst, welke verontrustende tekorten openbaarde en die hoofdzakelijk schijnt gediend te hebben om een inventaris op te maken. Wie de formatie der regimenten bijwoont, en ze kan vergelijken met verleden jaar, krijgt den bemoedigenden indruk dat er sinds twaalf maanden ongeloofelijk en ongehoord gewerkt is in Frankrijk.
| |
Horizon-bleu verdwenen
Wat vervolgens opvalt is de bijna volledige verdwijning van het horizon-bleu, dat aan den oorlog van 1914 zijn populaire, legendaire kleur gaf en tot kort geleden model bleef. Het Fransche uniform van 1939 is getint in een mengsel van groen en geel. De kleur heeft nog geen naam. Wacht slechts tot zij gaat golven langs de gezichtseinders. Met de eerste lauweren zal in de volksverbeelding de naam oprijzen, waarin ieder de koesterende gedachte samenvat welke de soldaten vergezelt, bij dag en bij nacht, onder 't vuur en in rust.
| |
Verrassing
Geleidelijk, langzaam, bedaard, met een kalmte en een stilte die gewild zijn, compact, massaal, bijna onheimelijk als een bergverschuiving, als een terrein dat plooit onder de werking van verborgen krachten, zet de onmetelijke oorlogsmachine van 1939 zich in beweging. Dit is de vreemde en groote verrassing van hen in wier handen het geheele lot gelegd is van Frankrijk en van Europa. Een klein mobilisatiecentrum bewonend, waar men zich gereed maakt de graftombe van Joffre te beschutten onder zandzakken, heb ik kunnen spreken met verschillende officieren, wat mij gelegenheid verschafte den omvang en de diepte hunner verwondering te peilen.
Zij hadden iets anders verwacht zij die de technische literatuur bestudeerd hebben van Von Seeckt, von Ludendorff, van den Italiaanschen generaal Douhet, of van hun eigen auteurs, die theorieën ontvouwden welke zij eenigermate voor profetisch hielden, en die zij met reden konden duchten, ook al waren deze orakels slechts voor een gering deel in vervulling getreden.
| |
Slachting ware mogelijk geweest
Terwijl reeds gevochten werd tusschen Moezel en Rijn beschouwden de verantwoordelijke leiders met niet heelemaal geruste oogen de samendromming hunner nog ongewapende en niet geëncadreerde manschappen in betrekkelijk beperkte ruimten, de stampvolle stations met vertrekkende reservisten, de onafzienbare konvooien van geëvacueerden, de kilometerlange treinen die troepen vervoerden, geschut, materiaal, munitie, de enorme parken waarin gerequisitionneerde paarden en auto's voorloopig waren opgehoopt. Welke slachtingen konden hierin enkele bommen aanrichten, zelfs de slecht-gemikte: Welke ontwrichtingen konden aangebracht worden in het verkeer, welke ontredderingen in het moreel, welke panieken, of op zijn minst, welke verstoringen, welke wanorden, welke tegenslagen!
| |
Gerekend op het ergste
Want de oorlog brak uit op den dag dat de Fransche algemeene mobilisatie begon. Tegenover Duitschland, dat zijn militaire en industrieele mobilisatie sinds verscheidene weken voltooid had, bevond Frankrijk zich in dezelfde precaire, onveilige, hachelijke situatie als Polen, dat overvallen werd één dag nadat Warschau de mobilisatie afkondigde. En wat de Franschen verwachtten stond niet alleen geschreven in de studies en leerboeken over de totalitaire krijgsvoering, het lag niet enkel besloten in de flamboyante, pathetische, vulcanische temperamenten van Hitler en Goering, het bleek niet slechts uit de gesprekken die ik had met officieren, maar het was duidelijk te lezen in de minutieuze voorzorgsmaatregelen welke getroffen waren over gansch Frankrijk, en in de strenge instructies waarmee de civiele bevolking gedresseerd werd van stad en land. Vanaf den eersten dag hebben de Franschen (en de Engelschen trouwens ook) gerekend op het ergste. De kinderen die om een of andere reden Parijs niet konden verlaten spelen op straat of in de tuinen met hun gasmasker langs den muur, onder een boom, maar in hun onmiddellijk bereik. De menschen gaan met hun gasmasker naar de kerk. Er is niemand die zich niet verbaast dat Parijs, of een andere Fransche agglomeratie geen enkele maal ernstig werd aangevallen tijdens de periode der mobilisatie, toen zij het kwetsbaarst waren.
De verrassing zweemt naar het mirakel. Hoe moet men het fenomenale feit verklaren? Er is geen enkel artikel in het Volkenrecht dat verbiedt om in oorlogstoestand spoorweg-knooppunten, bruggen, tunnels, artillerie-transporten, troepen-concentraties te bombardeeren, een mobilisatie te ontwrichten, te verlammen. Hoe zouden de Franschen gehandeld hebben in een dergelijk geval? Ik weet 't niet en 't is nutteloos zich daarover in veronderstellingen te verdiepen. Het initiatief was hier niet aan de Franschen doch aan de Duitschers. Zij hebben den totalitairen oorlog verkondigd, opgehemeld, gedoceerd. Zij hebben hem toegepast in Polen. Zij hebben hem toegepast op zee.
| |
Vragen
Wat heeft hen weerhouden hem gelijktijdig, op het gunstige moment, toe te passen in Frankrijk? Vergaten zij of verwaarloosden zij, dat, ook al zou Polen machteloos geslagen worden, een voornaamste tegenstander hen wacht aan de Ligne Maginot? Of konden zij een dubbele, gezamenlijke actie niet combineeren? Zouden zij slechts één veldheer bezitten die eenigszins begaafd is met het Napoleontische genie van het razende, foudroyante tempo, de overrompelende vaart? Is het genie van dien éénen veldheer te begrensd, te traag, te weinig imaginatief, te weinig expansief om een tweevoudige verplettering, die tot de mogelijkheden behoorde, te concipieeren? Ontbrak het hem aan verbeeldingskracht of aan het dynamisme der waarlijk geniale aanvoerders? Beschikte hij niet over het vereischte materiaal? Of paaiden de Duitschers zich misschien nog met de illusie dat, Polen vernietigd, Frankrijk bakzeil zou halen en de huik naar den wind zou hangen? Noodlottige begoocheling, als deze waan hen misleid heeft.
| |
Onherstelbare fout
De fout is cardinaal, onverhoopt, onbegrijpelijk (welke ook de oorzaken ervan zijn) en daar zij onherstelbaar is kan men haar veilig signaleeren. Essentieel feit: de Franschen hebben ongestoord acht millioen man kunnen mobiliseeren, met de regelmatigheid van een goed-loopend uurwerk. Meer nog. De leegten en perturbaties, welke onvermijdelijk teweeggebracht worden door de plotselinge onttrekking van millioenen burgers aan hun gewonen arbeid, hebben zij op hun kalme gemak kunnen wegwerken. Een Duitsche voorsprong, die doodelijk dreigde te zijn, is geannuleerd. Een achterstalligheid van Frankrijk is ingehaald, met al haar kansen van de neteligste en verderfelijkste risico's. Mocht Italië zijn houding herzien in een voor Frankrijk ongewenschten zin, dan zal het zijn tegenstander stevig geïnstalleerd vinden in de Alpen. Nadat Duitschland de Polen onder den voet geloopen heeft, moet het, min of meer gekneusd en onthutst, aan den Rijn het hoofd bieden aan een onverzwakten, onvermoeiden, misschien zelfs onvermoeden vijand, vastbesloten om alle misrekeningen en teleurstellingen der laatste twintig jaren met volle maat te vergoeden en tot het einde, ook al zou het einde bitter zijn. Zeker is de oorlog nog niet uit. Maar hij vangt aan met een meevaller, onvoorzien genoeg, fortuinlijk genoeg, en rijk genoeg aan consequenties, om hem te beschouwen als een mirakel, dat onbedrieglijke en gelukkige voorteekenen in zich draagt.
[verschenen: 2 november 1939]
|
|