| |
Fransche kiezer mist zijn kermis
Maar alle protesten tegen Daladier's besluit om geen verkiezingen te houden, zijn louter fictief, hypocriete en pro forma.
Parijs, 31 Juli [1939]
In een der aardigste fabels van La Fontaine, de Molenaar, zijn zoon en de ezel, bevindt zich de versregel, die internationaal spreekwoord werd: ‘On ne peut contenter tout le monde et son père.’ Als er tegenwoordig nog fabeldichters noodig waren om te weten hoe moeilijk 't is om 't ieder naar den zin te maken, dan zouden zij dezelfde les kunnen geven onder den titel: ‘Daladier, zijn decreet en de Kamer.’
Tot dusverre immers golden in Frankrijk als de beruchtste dagen der parlementaire geschiedenis de 18 fructidor, de 18 brumaire, de 2 décembre en de 16 mai. Het zijn de vier groote historische data, waarop een tyran, die in 1797 het Directoire was, in 1799 Bonaparte, in 1851 zijn neef Napoleon III en in 1877 maarschalk Mac-Mahon, het wetgevend lichaam aan den dijk zette, of, wat het geval was voor den militair, probeerde zich te ontdoen van de Afgevaardigden des Volks.
| |
Ongeneeslijke kwaal
Voor den echten Franschen politicus zijn de sombere momenten in de annalen van het vaderland niet Trafalgar, Waterloo of Sedan, maar de vier cijfers van den almanak waarop viermaal de tyrannie haar bloedig vaandel heesch. Fructidor, brumaire, le deux-décembre, le seize-mai zijn zwarte dagen, die men slechts behoeft te vernemen om oude litteekens weer te doen jeuken. Zij hebben zich in het organisme der natie genesteld als een soort van vliegend jicht. Of men het vergeet, of men eraan denkt, het maakt elke beweging verdacht. Het regelt alle reflexen. Er is geen seconde, waarin men niet een vlijmende scheut kan verwachten. Het is de ongeneeslijke, hereditaire kwaal van het Fransche parlementarisme. Zij verzuurt en verlamt zijn geheele bestaan. Antipathie tegen het fascisme, haat tegen de dictatuur, de twee motorische zenuwen der binnenlandsche politiek van Frankrijk, stammen niet uit deze eeuw. Zij hebben haar oorsprong in 1797, 1799, 1851, 1877, jaartallen, die in de democratische ooren nog altijd blijven klinken als doodsklokken, omdat een onderdrukker zijn hand verhief tegen het parlement.
| |
Gruwelijke beschuldiging
Deze week nu verschijnen de doctrinaire partijbladen der oppositie, welke zooals vroeger weer linksch is, met geweldige rouw-letters die verkondigen: ‘Machtsvergrijp tegen het Algemeen Kiesrecht’ of ‘Staatsgreep tegen de Constitutie’. Vooral Léon Blum en zijn socialisten, Marcel Cachin en zijn communisten, zeer geprikkeld als ware anti-revolutionnaire steunpilaren der bestaande orde, slooven zich uit in het formuleeren van beschuldigingen, waarvan de minste iemand voor een tribunaal en op het schavot gebracht zou hebben in de dagen der Eerste Republiek, en waaraan Bonaparte op 't nippertje ontsnapte.
| |
Wat deed de brave Daladier dan wel?
Wat deed dan Daladier om met zoo grommende bewoordingen in de kolommen der kranten te kaak gesteld te worden als een overweldiger? Liet hij de Kamer en de Senaat omsingelen met de bajonetten zijner pretoriaansche wacht? Lokte hij de députés in een hinderlaag om ze met de volgende boot te deporteeren naar Guyana? Zoo ging het vroeger, in de tijden der doorluchtige voorvaders. Doch wanneer een dergelijke gebeurtenis had plaats gegrepen, zou ze met of zonder draad getelegrafeerd zijn naar alle hoeken der wereld. Daladier misdreef niets van dezen aard. Hij ontbond geen parlement, dat trouwens op vacantie is. Hij kon dus niet eens zeggen gelijk een zijner slecht-befaamde voorgangers: ‘Wij hebben uw vertrouwen niet en u hebt ons vertrouwen niet’. Integendeel. Als hij iets had willen zeggen, zou het ongeveer dit geweest zijn: ‘Ik heb in u, vertegenwoordigers van het volk, en u in mij, gelijk alle Kamerstemmingen tot de laatste toe aantoonden, een zoo diep vertrouwen dat ik niet eraan kan denken om ons in het komende jaar te scheiden Deze idyllische samenwerking helaas kan niet eeuwig duren. Maar laten wij de handen in elkaar slaan om ze tenminste twee jaren te rekken.’
| |
Parlement blijft vrij in alles
Dit is 't omgekeerde van wat de voormalige tyrannen zich verstoutten en toch koken de Blum's van democratische verontwaardiging. Daladier ruimt zijn parlement niet uit den weg. Hij vernederde het niet. Hij verlaagde het niet tot een machinaal registreertoestel, tot een gramofoon-plaat die weergeeft wat hij erop grift. Hij beknotte de député's noch in functie, noch in de vrijheid om haar uit te oefenen. Hij verlengde slechts hun parlementairen levensduur en als hij daarvoor hun vergunning niet vroeg in 't openbaar, in de coulisse daarentegen won hij hun advies in dat zonder uitzondering gunstig luidde. Zelfs bij de socialisten. En zonder eenige contraprestatie. In November kan het verlengde parlement Daladier omverwerpen, als het daarin lust heeft. Het kan zich zelf ontbinden, wanneer deze tactiek de voorkeur zou verwerven. Geen sterveling kan de socialisten en de communisten beletten om in massa hun ontslag in te dienen. Men beweert dat er 400 député's zijn, op de 600, die niet willen hooren van een verlenging van hun mandaat. Wat weerhoudt hen om collectief te demissionneeren? Waarom geeft Blum niet het voorbeeld? Als 't eerste schaap over boord springt volgt altijd de rest en welk gouvernement zou zulk een gezamenlijke parlementaire harakiri overleven?
| |
Fictieve opwinding
Het zal dus met de protesten, met de aantijgingen van staatsgreep, machtsvergrijp, dictatuur, etcetera der Blum's en super-Blum's zoo'n vaart niet loopen. Alle verbolgenheid om wat men hier de prorogatie noemt, is louter fictief. Pure hypocrisie. Uitsluitend pro forma. Om een air aan te nemen van vlekkelooze republikeinen en onbederfelijke democraten tegenover de kiezers, die verkiezingen als een kermis beschouwen, en meer nog tegenover de comité's. In zijn binnenste is ieder verlengd député tevreden, verrukt, dankbaar en gelukkig met het decreet.
| |
Een heeft recht van spreken
De eenige politieke partij die openhartig, zonder veinzerij kan opkomen tegen de prorogatie is de P.S.F. (parti social français) van la Rocque. Want de colonel, die op 't oogenblik slechts een half-dozijn adepten in 't parlement heeft, beweert twee millioen aanhangers te tellen onder het stemgerechtigde volk. Daar de verschoven verkiezingen van 1940 hadden moeten geschieden volgens het systeem der Evenredige Vertegenwoordiging, en daar 16.000 bulletins recht verleenen op een Kamerzetel, kan men ten naaste bij uitrekenen wat de Larocquianen hoopten van de aanstaande stembus en hun woede gissen over het uitstel. Van alle protesteerende partijen is de P.S.F. echter de eenige die geen reëele, wettige macht bezit voor doeltreffende protesten, en bovendien heeft naar de meeste waarschijnlijkheid niemand harer concurrenten spijt deze kool te kunnen stoven aan een organisatie, die in den kwaden reuk staat van fascisme.
| |
Ter wille van de eenheid
In werkelijkheid denkt ook Daladier, die de Kamer zoo weinig mogelijk laat zetelen, geen zier van de woorden welke ik hem daarjuist in den mond legde. Men verwijt hem de arbitraire immobiliseering der constitutioneele instellingen. Als hij de vrijheid had om rondweg zijn meening te uiten, zou hij op dit verwijt kunnen antwoorden: ‘Een voorloopige stagnatie is beter dan de warboel, de agitatie, de pressies, de manoeuvres, de kuiperijen, de troebelen en de eventueele overrompelingen van een electorale campagne, zooals zij zich pleegt af te spelen in Frankrijk. Het militaire en diplomatieke evenwicht van Europa is met veel moeite op 't oogenblik tot zooverre gestabiliseerd, dat alleen nog slechts een inzinking, een verdeeldheid, een verzwakking, optredend bij een der twee in 't geweer staande kampen, de factoren van evenwicht kan verplaatsen en verstoren. Een land als Frankrijk mag het risico van een vermindering zijner soliditeit, zijner homogeniteit, zijner eendracht, niet wagen in het tegenwoordige tijdsbestek. Ter wille van den vrede moet de aandacht van alle burgers gericht blijven op de grenzen en op haar verdediging. Het gansche wilsvermogen der natie, haar geheele activiteit moet geconcentreerd worden en dit eene doel: de mobilisatie aller krachten tot handhaving van een constructie, welke nog acrobatisch genoeg is om bij de geringste foutieve beweging ineen te storten en alles te bedelven.’
En waar het behoud zonder twijfel het voornaamste motief is van het opschorten der Fransche verkiezingen, zal ieder, ook al protesteert hij, per slot medewerken, dat ook dit middel voere tot het doel.
[verschenen: 14 augustus 1939]
|
|