| |
‘Klaar voor nieuwe overwinning’
Eenvoudige woorden van generaal Weygand hebben een periode van critiek en scepticisme in Frankrijk voorgoed afgesloten.
Parijs, 6 Juli 1939.
Er is iets veranderd in de tonaliteit der Fransche natie. Er veranderde iets dat oneindig meer belang in zich heeft dan b.v. een dozijn kabinetswisselingen, de manier waarop het parlement zal worden gekozen of kan worden verlengd en dergelijke uiterlijke voorbijgaande nuances in de sleur en in de routine. Dat zou een vermelding nauwelijks waard zijn. Dit ware trouwens geen verandering maar een schakeering. Neen, het verschil is van origineeler, elementairder natuur. Het komt van diepere roerselen. Het betreft bestanddeelen die een metamorphose bewerkstelligen, een radicale wijziging van een klimaat, een temperament, of iets dergelijks.
| |
Nieuwe grondtonen
Het betreft de grondtonen. Door het gewone geluid heen dringt plotseling een stem die men nog niet hoorde, die men niet verwachtte; die men zelfs niet kon vermoeden. Zij heeft niet alleen een ander accent dan alle vorigen, doch een anderen klank. Zij slaat een toon aan welke men een jaar geleden wel had kunnen droomen, doch dien men niet hoorde. Het merkwaardigste van dien toon is dat hij niets opvallends heeft, weinig volume, geen speciaal coloriet, en dat hij niettemin overal vernomen wordt, verstaan, verbreid.
| |
Net als in 1918
Hij doet denken, om een beeld te geven van zijn eigenaardigheid, aan de woorden welke Foch uitte tijdens een der hachelijkste episoden van de laatste Duitsche offensieven in 1918. ‘Als men het huidige militaire duel vergelijken mag met een kaartpartij,’ zei Foch, ‘dan prefereer ik mijn spel boven dat van mijn tegenstander Ludendorff en zou niet met hem willen ruilen.’ Er is niets heldhaftigs in die woorden, niets opmerkelijks, niets persoonlijks. Ze zijn gesproken bij ontelbare andere groote en kleine gelegenheden. Men kan zich voorstellen dat er in 't buitenland nauwelijks op gelet is. Maar onder de Franschen brachten zij een ongeloofelijken indruk teweeg. Te zeggen dat hij iedereen electriseerden zou onjuist zijn. Niemand raakte uit zijn alledaagsche doen. Maar het geheele volk, civielen en militairen, had opeens de gewaarwording, de overtuiging van vasten bodem onder de voeten te hebben en van stevig in de schoenen te staan. Elkeen kreeg eensklaps, doch kalmweg, die zekerheid van tegen alles opgewassen te zijn, de absolute zekerheid van het rechte eind te hebben. Foch, die de reputatie had van openhartigheid en rondborstigheid, werd geloofd zonder bedenking. Wanneer Foch iets zoo eenvoudigs kon zeggen op een uur dat menigeen de onrust en de twijfel om 't hart sloeg, dan moest het waar zijn.
| |
Weygand bewerkte het wonder
Woorden nu van gelijke strekking zijn dezer dagen gesproken door Weygand, de voormalige opperbevelhebber, de voorganger van Gamelin. Ze waren noodig en gaarne zou men ze eer gehoord hebben. Zij sluiten definitief een periode van critiek en scepticisme. Zij halen een streep door alle vroegere bevliegingen van wankelmoedigheid, onvastheid, bedilzucht, kleingeloovigheid, ongewisheid. Doch wellicht was het niet mogelijk voor Weygand om zich eerder te uiten in decisieve, positieve termen. Want Weygand is een type in het genre Foch, wiens secondant hij was tijdens de vier jaren van den wereldoorlog, en wiens altijd hermetische, elliptische orders hij voor de uitvoerders omzette in heldere, begrijpelijke taal.
| |
Hij meent wat hij zegt
Gelijk Foch staat hij bekend als iemand die niet zegt, die niet eens zou kunnen zeggen, wat hij niet meent en wat hij niet in de verste consequenties kan verantwoorden. Hij is een groot veldheer die de Polen hielp de Russen van zich af te schudden met de vaardigheid van strategie en tactiek welke hem eigen werd in de school van Foch. Hij bleek een groot administrateur te zijn tijdens zijn bewind in Syrië. Hij is eveneens een uitmuntend denker en schrijver. Zijn verhaal van den nacht van den Wapenstilstand, van de reacties en reflexen der overwonnen Duitschers temidden van de Fransche en Engelsche overwinnaars, is een meesterstuk, nauwkeurig en sober als een rapport, suggestief als goede literatuur. Weygand's synthetische geschiedenis van het Fransche leger, onlangs verschenen, is een standaard-werk, practisch om te raadplegen, boeiend om te lezen. Bovendien kan men hem rangschikken onder het slag der zwijgers. Hij is een taciturne die den kring van stilte welke hem omgeeft slechts ontsluit wanneer de aanleiding gebiedend genoeg is om een pauze van afzondering te verbreken.
| |
Gereed voor een nieuwe overwinning
Het was dus stellig niet in 't wilde weg dat hij antwoordde op een vraag die hem gesteld werd tijdens een verblijf in Fransch-Vaanderen, en zei: ‘Gij vraagt mij mijn meening over het Fransche leger; ik zal ze u ronduit teggen, zonder mij door iets anders te laten leiden dan door de strikste waarheid, wat me overigens geenszins hindert: ik geloof dat het Fransche leger een grootere waarde heeft dan op eenig ander moment zijner historie; het Fransche leger bezit een materiaal van de eerste kwaliteit, fortificaties van den eersten rang, een uitstekend moreel en een merkwaardig oppercommando. Niemand bij ons wenscht oorlog, maar ik verzeker, als men ons dwingt een nieuwe overwinning te bevechten, dat wij haar zullen behalen.’
| |
Tooverachtige werking
Al wie de persoonlijkheid en het karakter kent van Generaal Weygand, al wie zijn persoonlijkheid en karakter eenigszins in aanmerking wil nemen (en niet alleen doen dit de gezamenlijke Franschen maar ongetwijfeld ook enkele Duitschers, Japanners en Italianen) [zal] door zulke woorden van zulk een man op de gevoeligste wijze getroffen worden. Bij de Franschen gaat deze gevoeligheid tot ver buiten de grenzen van het verstandelijke, van het zuiver-rationeele. In dezelfde lijn als de geciteerde woorden van Foch heeft deze uiting van Weygand een ondefinieerbare, een haast tooverachtige werking veroorzaakt. Ieder weet dat Weygand geloof en vertrouwen verdient. Ieder kent zijn volstrekte oprechtheid, zijn deskundigheid. Vooral de laatste zin heeft het innerlijk evenwicht hersteld waar het misschien gestoord was. Hij sleept niet mee, hij electriseert niet (daaraan heeft men geen behoefte) maar hij geeft het bewustzijn van grond onder de voeten te hebben, gebeure wat wil.
| |
Nog een uitlating van een generaal
Onder de realiteiten rekenen wij ook de uitlating van Generaal Vuillemin, den opperbevelhebber der luchtstrijdkrachten. Wat zwijgzaamheid, karakter, nauwgezetheid en competentie betreft is Vuillemin van hetzelfde maaksel als Weygand en zijn collega's van den Generalen Staf. Zonder eenigen twijfel heeft hij elke uitdrukking gewikt en gewogen toen hij verklaarde: ‘De moderne vliegtuigen, waarmee het leger weldra volledig zal zijn toegerust, bereiken allen 500 k.m. per uur en sommigen overschrijden deze snelheid tamelijk ruimschoots. Reeds talrijke moderne “jagers” betrekken de wacht in het moederland en in Noord-Afrika. Onze eskaders zijn hernieuwd en nemen toe tot in onze verre koloniën. Onze voorraden zijn versterkt. Weldra zullen wij het doel bereiken. Het luchtleger, zooals wij het verlangen en prepareeren zal een der beste factoren van veiligheid zijn voor het land; tegelijk een bolwerk vormend tegen 't luchtgevaar en het best voorbereid om een eventueelen aanvaller tot nadenken te stemmen door hem onder bedreiging te houden eener onmiddellijke en foudroyante riposte.’
| |
Ander geluid dan negen maanden terug
Negen maanden terug, in de dagen van Godesberg en München, waren zulke verzekeringen onmogelijk wellicht, maar gewis ondenkbaar. Zij zijn echter niet alleen zakelijk constateerend en zakelijk geruststellend. Maar in politiek opzicht snijden zij den terugtocht af, die het vorig jaar uitgevoerd kon worden en gemotiveerd met argumenten van onvoldoende voorbereiding. De Chefs proclameeren heden hun sterkte en hun paraatheid. Mochten hun woorden vandaag de gebeurtenissen (die niet enkel van hen afhangen) niet kunnen richten naar een humane afwikkeling wij hebben tenminste aangaande verloop en einde der gebeurlijkheden niets meer te duchten.
[verschenen: 24 juli 1939]
|
|