| |
Een voorbeeld van ‘Levensruimte’
De Fransche politiek in Nieuw Caledonië ontneemt de pretenties van dat woord alle kracht en onthult zijn wezenlijke beteekenis.
Parijs, 28 Juni.
Wanneer ergens op de wereld de politiek der levensruimte en de theorie van ‘de aarde voor allen’ zich ongehinderd heeft kunnen ontwikkelen in een soort van paradijselijken natuur-toestand, dan is het op Nieuw-Caledonië.
En zoo ergens ter wereld geleerd wordt wat voor euvel er schuilen kan in en achter een woord, idealistisch en edel van afkomst, dan is het te Nouméa, hoofdstad van dat eiland, waar Vulcanus in de prehistorische dagen een zijner smidsen had.
| |
Historie van het eiland
Nieuw-Caledonië, in 1770 ontdekt door Cook, werd pas in 1833 geannexeerd door Frankrijk. Men had toen nog den tijd en er was plaats voor ieder. Niemand trouwens vermoedde de rijkdommen van dien berggrond, welke over 400 k.m. lengte en ongeveer 50 k.m. breedte uit de zee oprees. Hij was schaarsch bevolkt door een stam van negers, lichtelijk gekleurd met Polynesisch bloed, die den naam kregen van Canakken, wat in de Fransche taal de verzamelnaam werd voor alle wilde-menschen-rassen. Aanvankelijk en gedurende langen tijd wist het gouvernement van Parijs de Nieuw-Caledonische aanwinst slechts te benuttigen als strafkolonie. Men deporteerde er de misdadigers die aan de guillotine ontsnapten. In 1871 verbande men er ook de opstandelingen der Commune die niet gefusilleerd werden. Zij brachten het eiland in een kwaad gerucht. Bovendien ontboschten zij het voor een groot deel te hooi en te gras en deden er den sandelhoutboom zoo goed als verdwijnen. Ook boorden zij er petroleum aan welke zij gebruikten voor de uitroeiing der muggen. Zoodra dit resultaat bereikt was werd de olie-exploitatie op bevel eener patriarchale overheid stop gezet.
| |
In vergetelheid
Toen het bagno in 1907 verhuisde naar Guyana, viel Nieuw-Caledonië voor de Franschen totaal in vergetelheid. Alleen de dichter en schrijver Francis Carco, zoon van een gevangenis-directeur, herinnerde af en toe aan zijn bestaan. Langzamerhand had de kolonie, gezond van klimaat, en zeer vruchtbaar, zich bevolkt met 53.000 inwoners, onder wie 33 000 canaksche inlanders, 13.000 Franschen. 2000 blanke vreemdelingen, 7000 Japansche emigranten, wat Chineezen, enz. Tot heden echter is er tusschen Nouméa en Parijs geen regelmatige luchtverbinding. Het Fransche leger is op Nieuw-Caledonië vertegenwoordigd door één compagnie koloniale infanterie, een detachement gendarmes en enkele stukken licht geschut. De vloot met een aviso, de Savorgnan-de-Brazza, het eenige militaire vaartuig dat de Fransche vlag doet wapperen over de Zee die in vroegere tijden Stil geheeten werd en Pacific.
| |
Weer beteekenis door nikkel
Het eiland kreeg pas een buitengewone, uitzonderlijke beteekenis toen het nikkel, dat zijn naam dankt aan den mijn-kobold der Noorsche mythologie, een preponderanten rang verwierf in de metaal-nijverheid. Het menschdom dat zich pantserde en blindeerde, de staal-fabrikanten der twee halfronden, zoowel van vrienden als van eventueele vijanden, werden voor een belangrijk contingent afhankelijk van Nieuw-Caledonië, welks nikkel-ontginning tot de florissantste industrieën behoort van den aardbol. De Fransche tak der Rothschilds had het genie en het geluk deze ontluikende bedrijvigheid te financieren. Die beteekenis steeg nog toen het chroom als concurrent van het nikkel en als onmisbaar ingrediënt voor duurzame mengsels, opdaagde in de chemie, de hoogovens en de mechaniek. Aan chroom, beweert men, bevat de Caledonische bodem dergelijke hoeveelheden dat het kleine eiland de gansche planeet voor een eeuw lang kan voorzien van het benoodigde erts. Daarenboven bergt de grond ijzer, koper en goud; hij produceert tabak, koffie en suiker.
| |
Open voor ieder
Een minder altruïstisch gouvernement dan het Parijsche, een gouvernement dat niet de Rechten van den Mensch, lang alvorens men over levensruimte orakelde, hadde uitgebreid tot Rechten van de Naties, zou op zulke exceptioneele rijkdommen egoïstisch, monopolistisch beslag gelegd hebben. Onder de Fransche vlag echter heeft Nieuw-Caledonië onbelemmerd opengestaan voor alle volkeren. Er zijn Amerikaansche exploitanten, er zijn Engelsche, en het bestuur van Nieuw-Caledonië dreef de liberaliteit zoover dat het verzuimde in de contracten een clausule op te nemen volgens welke een zeker percentage der productie getransporteerd zou worden door Fransche schepen. Er zijn ook Japansche exploitanten wier ondernemingen den omvang hebben van Chineesche concessies. Zij genieten dezelfde voorrechten en begunstiging, tot onmetelijke schade der Fransche koopvaardijvloot. Een Japansche vennootschap exporteert naar Japan en op Japansche vaartuigen jaarlijks honderdduizenden tonnen van een ijzer-erts, gerenommeerd wegens zijn hoog metaalgehalte, betaalt aan de kolonie geen enkelen cijns behalve een onbeduidende heffing berekend naar de waarde van het erts in de haven waar het geladen wordt, en maakt de terugreis met een vracht Japansche voortbrengselen welke alle behoeften dekken van het eiland. Een menigte groote vennootschappen, werkzaam op Nieuw-Caledonië, ressorteeren onder de vlag van de Rijzende Zon. De geheele klein-handel is in handen van Japanners. De gebezigde arbeidskrachten zijn bijna uitsluitend Japansch.
| |
Pénétration pacifique
Deze onbeperkte Japansche opvlucht is van zeer recenten datum en men becijfert volgens den jongsten bevolkings-aanwas (de laatste telling is van 1936) dat over enkele jaren, wanneer geen maatregelen worden getroffen om de Fransche souvereiniteit te waarborgen, men 100.000 Japanners geïnstalleerd zal vinden tegenover een tien-duizend Nieuw-Caledoniërs van Franschen oorsprong. Op beschermings-maatregelen is intusschen weinig kans en nog niet de minste kijk, hoewel enkel het uitzicht dier disproportie nu reeds overdreven ambities aanwakkert op een eiland dat de verbindingswegen kan bedreigen van Australië, Nieuw-Zeeland, Noord-Amerika, Panama en Singapore. Werd niet onlangs onder de arbeiders eener zekere firma een Japansch generaal ontmaskerd dien men, in plaats van hem te vonnissen, beleefd geëxpedieerd heeft naar zijn vaderland?
| |
Franschen blijven inschikkelijk
De Franschen hebben hun inschikkelijkheid, om geen ander woord te gebruiken, niet gewijzigd na de verovering van Haïnan, of na de bezetting der Sprattly-eilandjes langs de kust van Indo-China. Of hun lankmoedigheid betreurd of bewonderd moet worden zal de toekomst uitmaken. Maar glansrijk kan de Fransche gedragslijn de vergelijking doorstaan met de gebeurtenissen van Tientsin en de Japansche arrogantie tegenover den Westerschen handel met de Chineezen. Door de politiek die de Franschen gevoerd hebben en voeren in Nieuw-Caledonië (welke geldt voor al hun overige bezittingen) verliezen de theorieën en pretenties van levensruimte niet alleen haar grond en haar kracht. Behalve dat die theorieën door de werkelijkheid ontzenuwd worden tot in haar basis, onthullen de feiten ook tot in haar ware wezen: als een der vermommingen van der wil naar macht en suprematie.
[verschenen: 14 juli 1939]
|
|