Is Frankrijk in 2000 een zieltogend mogendheidje?
En allerwegen maakt iemand in het duister van zijn binnenste de berekening van omstandigheden welke hij persoonlijk niet zal bijwonen. Hij telt op de vingers na, de een met een grijns van leedvermaak, de ander met een groeve van kommer: ‘Wanneer 't zoo doorgaat (en waarom zou het rhythme veranderen? zal het niet eer verslimmeren dan verbeteren?) wanneer 't niveau noch stijgt noch lager zakt, dan heeft Frankrijk in 1942, dat is morgen, een geboortecijfer van 800.000. Het zal dalen tot 400.000 in 1955. Het zal niet meer dan 200.000 bedragen in 1975. Over vijf jaar, in 1944, en dat is overmorgen, zal het 100.000 bewoners verliezen per jaar. 200.000 over twintig jaar, 400.000 over veertig jaar. Over een halve eeuw zal zijn bevolking verminderd zijn met 12 millioen inwoners. Wat is een halve eeuw in den duur eener planeet? Wat zijn vijftig jaren gemeten met den maatstaf van Brahma of van een andere godheid? Want de mensch gegeten hebbend van den boom der kennis, leerde meten als de goden.
Hij ziet Frankrijk het jaar 2000 bereiken als een klein, bloedarm, amechtig, zieltogend mogendheid je van vroeg-oude grijsaards. Onderwijl voeren Duitschland en Italië hun inwoners-aantal op in hetselfde tempo of in steeds versnelde cadans.
Zij behoeven dus slechts een dagje te wachten. Zij kunnen den eind-uitslag verbeiden met volkomen zekerheid van succes. Op 't oogenblik zijn de Franschen nog gevreesd. Eén tegen drie zullen zij hun man staan en onversaagd het hoofd bieden. Maar één tegen tien? Al waren zij zonder uitzondering helden, zij zullen bezwijken onder de overmacht.