De nieuwe conjunctuur
De episode der overrompelingen is afgesloten, maar ook in de nieuwe episode zijn de gevaren groot.
Parijs, 3 Juni 1939
Wanneer men gelooven moest wat sinds een drietal weken door de menschen gezegd wordt, hier in Frankrijk en overal, dan zouden de kansen op vrede gestegen zijn en het oorlogsspook terugdeinzen om als een vage nevel te verdwijnen aan den horizon.
Wat mij betreft, ik zou niets liever wenschen en bijwonen. Want daargelaten de kleine materieele ongemakken van een oorlog, zooals de voedselkaarten, het gebrek aan brandstoffen, de langzame uitmergeling die zich als een olie-vlek voortplant en een werelddeel tot in zijn verste uithoeken overdekt, daargelaten de grootere, moreele ellende als: elke seconde van den dag en van den nacht machteloos te moeten denken er sneuvelt iemand die had kunnen leven, er ligt iemand in afschuwelijke pijnen te krijten om hulp; behalve al de grauwe herinneringen van 1914 die wij nimmer geheel kwijt konden worden, en die, hergrift in hetzelfde geheugen, met versomberde en tiendubbel verzwaarde kracht zouden opschreeuwen, daargelaten die bekende, geclassificeerde misères weet niemand en kan niemand ook maar gissen, hoe het collectief menschelijk geweten zal reageeren, wanneer het ontzind moet aanschouwen, hoe de Moderne Europeeër, voor de tweede maal binnen een halve eeuw, vrijwillig, opzettelijk, met voorbedachten rade en absoluut voor niets, volkomen nutteloos en doelloos, een lawine van martelingen en slachtingen uitstort over de aarde, een serie van rampen ontketent naast welke alle vereenigde onheilen uit vroegere tijdperken, met hun pest en cholera, kinderwerk zijn. Wat zal er in dat menschelijk Geweten overblijven van de drie cardinale deugden: geloof, hoop en liefde, zonder welke een civilisatie onbestaanbaar en ondenkbaar is? Wie zal nog kunnen betrouwen op eenig bestier, 't zij aardsch of bovenaardsch? Niet alleen onze steden zouden in puin vergaan maar ook alles waar de mensch sedert duizenden jaren den moed putte om zijn rol van mensch te vervullen op een barre planeet, zou ineenstorten.
Neen, geen oorlog, die de laatste dag zou zijn eener bewoonbare aarde, geen oorlog, die de triomf zou worden eener totale negatie, waarvoor zelfs de overwinnaars verbijsterd en gebroken zullen terugschrikken.