Het vermoeden van sabotage
Dat er op de ‘Paris’ een terroristische aanslag plaats greep, en dat de misdadigers, hun doel tennaastenbij bereikend ondanks een driedubbel cordon van voorzorgen, voortreffelijk georganiseerd zijn, is de algemeene overtuiging. De meeste gegevens welke bekend werden en waarop men vertrouwen kan, pleiten voor de gegrondheid van het vermoeden. Dat er een brand kan uitbreken in de bakkerij, welker wanden en plafond van ijzer zijn, welker ijzeren vloer bekleed is met aarden tegels, waar zelfs met een aangestookten oven betrekkelijk weinig ontvlambaars voorhanden is, dat schijnt op zichzelf al tamelijk zonderling wanneer uitsluitend normale factoren optreden als verwekker. Meel en deeg zijn geen ontploffingsstoffen. Maar dat een toevallige brand in een ijzeren bakkerij bliksemsnel met zóódanig geweld kan woeden, dat hij niet slechts alleen na een langdurige inspanning gedoofd kan worden, maar dat hij daarenboven, een geheele verdieping overspringend en onaangetast latend, met dezelfde intensiteit begint te razen in den kapperssalon, wanneer de bakkerij nauwelijks gebluscht is, en, terwijl men daar de vlammen overmeestert, voor de derde maal oplaait in een andere verdieping, dat alles tezamen vormt een aaneenschakeling van buitensporige, haast onverklaarbare gevolgen eener nietige, bijkans onmogelijke oorzaak. Kortsluiting is een curieuze eigenschap der electriciteit. Maar zij werkt niet als dynamiet. Zij neemt haar tijd. Ook de tocht die waaien kan tusschen de verdiepingen van een schip, zelfs als 't stil ligt, is geen orkaan. Kortom, de ramp die twee dooden maakte en misschien een aantal clandestiene passagiers als ratten deed verdrinken, is in haar uitgangspunten meer dan verdacht.
Het zou wellicht niet boven de macht gaan van een gemiddelden rechter van instructie om de bewijzen te leveren van den aanslag en de daders aan te duiden. Hij zal dit stellig probeeren maar zonder het te doen. Met den loffelijksten ijver en den klaarblijkelijksten speurzin zoekend zal hij zeker niets vinden. Er zijn in Frankrijk tijdens een hachelijke periode van den Spaanschen burgeroorlog een buitengewone serie van aanslagen, waaraan niet viel te twijfelen, gepleegd (meer dan een dozijn), aanslagen op tunnels, op consulaten, op spoortreinen, op de Kathedraal van Montpellier, op loodsen van vliegvelden, op schepen in de haven van Marseille, waarover de kranten weinig gesproken hebben en waarvan de daders, op één uitzondering na, nimmer ontdekt werden. Want in de eerste plaats moet een dader niet schuldig zijn, maar vooral presenteerbaar. De dader van een aanslag, zooals die op den tunnel van Cerbère waar men een Italiaan betrapte op het deponeeren van een onschuldig uitziende thermosflesch, kwansuis vergeten door een arbeider, voor de helft gevuld met koffie, voor de andere helft met een helsche machine, zulk een dader brengt niet alleen z'n onbeduidenden persoon mee in het bureau van een rechter, maar ook zijn beweegredenen, zijn drijfveeren, en meestal de namen zijner lastgevers. In een periode van latente internationale conflicten kunnen zij tot allerlei complicaties leiden onder welke een uitbarsting van gistende volkspassies nog de minst netelige is. Men stelle zich voor dat een rechter stap voor stap in zijn instructie voorwaarts schrijdend een buitenlandsch gouvernement zou moeten aanklagen! Daartoe besluit men hoogstens (en dan nog!) bij zeer zeldzame gelegenheden, zooals toen Franz von Papen (heden gezant te Ankara) bruggen, munitie-fabrieken en schepen deed springen in de Vereenigde Staten.
Wat treft echter als een merkwaardige coïncidentie wanneer men het lijstje doorloopt der vijftien noemenswaardige, aan groote mogendheden toebehoorende paketbooten, die sinds 1928, toen zij geopend werd met de Paul-Lecat, verbrandden in een haven of op zee? Er zijn 3 Duitschers onder, 1 Engelschman, 1 Amerikaan, 9 Franschen en 1 Italiaan, deze verwoest op de reede van Alexandrië. Het lijstje bevat geen enkele insinuatie; nominaal is ieder vertegenwoordigd. Toch moet de vraag oprijzen of de Fransche scheepsbouw-techniek en het Fransche marine-personeel dermate inferieur zouden zijn, dat zij de absurde proportie wettigen van 9 Franschen tegen één Italiaan, één Engelschman, één Amerikaan. Dit is onaannemelijk.