Sombere mogelijkheden
Aangenomen dus, dat Frankrijk, om een oorlog te vermijden, bukt voor de Italiaansche pretenties, hetzij in eens, hetzij in twee of drie tempo's, want wie den vinger heeft wil de heele hand. Of aangenomen, wat op 't zelfde neerkomt, dat Frankrijk en Italië slaags raken, terwijl de andere mogendheden werkeloos toezien, om te verijdelen dat de oorlog zich uitbreidt over den ganschen aardbodem. Frankrijk wint of Frankrijk verliest. Zonder oorlog zwichtend zal Frankrijk zijn beste strategische posities verbeuren, brok voor brok al zijn koloniale bezittingen inboeten, en afzakken tot den rang van kleine, satellietische mogendheid. Met een oorlog tegen Italië, hetzij gewonnen of verloren, zou Frankrijk zoodanig gehavend zijn in de lucht, ter zee, ter land, om niet te spreken van zijn financiën, van zijn moreel, van zijn bevolkingscijfer, dat de resultaten gelijkstaan met een onbloedige capitulatie. Als beslissende, of als equilibreerende militaire factor zou Frankrijk voor langen tijd, misschien voor immer zijn uitgeschakeld. Er zou in Europa nog slechts één leger zijn dat meetelt omdat het voortaan zonder een schot te lossen, zijn bevelen kan opleggen in 't Westen en in 't Oosten. Wij behoeven het niet eens te noemen. Wordt Frankrijk als militaire mogendheid geëlimineerd, of gereduceerd tot een macht waarmee men spotten kan, dan is elke kans op coalities en weerstand voor den duur van eeuwen verkeken. Alles valt in duigen, alles wordt meegesleurd door de eenige aantrekkingskracht die overblijft. Want ook Italië is deerlijk gehavend en buiten gevecht. Rusland traditioneel waardeloos, gedesorganiseerd, omkoopbaar. De overige komen niet in aanmerking naast den Germaanschen kolos.
Voor 't geval echter dat Italië zou winnen, (in den oorlog is alles mogelijk) zullen de consequenties niet minder ingrijpend en hachelijk zijn. Het verslagen Frankrijk, zooals heden het onbuigzame Bohemen, wordt vazal der As, onderdeel van een nieuw, ontzagwekkend mechanisme. Door het feit zelf van Frankrijk's ondergang of inzinking wordt Engeland, ondanks zijn vloot, afgesneden van alle continenten. Het Spanje van Franco immers, graag of niet graag, als bondgenoot of als lijfeigene, zal onderworpen worden aan de As. Van de Spaansche Noordkusten tot het Nauw van Calais, van de oevers der Afrikaansche zeeën, overal zullen duikbooten, vliegtuigen en kleine torpilleurs de communicatie-lijnen bestoken. De weg naar Indië over Suez is ipso facto versperd. De route om de Kaap wordt onbevaarbaar. Negen-tiende echter van wat Europa overzee invoert komt over den Atlantischen Oceaan. Maar deze route, die door Panama naar Indië kan voeren (Panama met zijn gecompliceerde, kwetsbare sluizen!) zal niet vrij blijven. Wanneer men bedenkt dat alléén de Duitschers in 1917 en '18 gemiddeld 300.000 ton per maand in den grond boorden (gedurende één week zelfs 200.000 ton) dan kan men ongeveer ramen hoe hoog de verliezen zullen stijgen bij de vermenigvuldiging der hedendaagsche verdelgingswerktuigen en op welken tijdsduur het uithoudingsvermogen geschat kan worden van Groot-Brittannië dat reeds in 1917 het spook der uithongering en der nederlaag zag opdoemen. Geen proviandeering dus; geen ravitailleering; noch grondstoffen, noch petroleum, noch etenswaren. Maar wanneer alle verbindingswegen zijn afgesneden, waardoor het lot bezegeld wordt van Engeland, wat zal er boven het hoofd hangen der Vereenigde Staten? Natuurlijk zal hun handel verschrikkelijke verliezen lijden. Dat is niet alles. Zooals Engeland bezitten zij een geduchte vloot doch geen noemenswaardig landleger. Geen enkele hunner kuststeden is verdedigd. Een
troepen-verplaatsing van New-York naar San-Francisco vergt evenveel tijd als de overtocht van den Atlantischen Oceaan, en slechts onbeduidend minder dan het oversteken der Stille Zuidzee. Welk een prooi! Meer dan de helft van het goud der aarde ligt bedolven in Amerikaansche kluizen. Om te zwijgen van het overige.