Kostbaar geschenk
Het was een der kostbaarste geschenken welke Frankrijk deed aan de wereld. Want hoeveel verschil er ook ligt tusschen de eerste ‘daguerreotype’ die vijftig kilo woog en de tegenwoordige kleine kodaks of de minuscule apparaatjes welke een spion bevestigt aan een dasspeld, tusschen een pauze van dertig minuten en een belichting van één duizendste seconde, tusschen het beeld van een huis of het beeld van een vliegende geweerkogel, Daguerre was de eerste die de speling vastlegde van een zonnestraal in de donkere kamer. Daguerre, met Nicéphore Niepce, ontdekte de fotografie. Hij schiep een kunst die zich met een zoo verbazingwekkende snelheid over de aarde verspreidde (in Sept. 1839 ‘daguerreotypeerde’ men in Berlijn, in October 1839 te New-York) en die een zoo overwegende, voortaan onmisbare factor werd in het leven van elken dag, in het leven der beschaving (voor den astronoom, voor den naturalist, den topograaf, den archeoloog, den dokter, den legeraanvoerder, den meteoroloog, de openbare overheden etc. etc.) dat men onze civilisatie niet eens meer denken kan zonder fotografie, en dat men moeite heeft om zich te realiseeren, nauwelijks honderd jaren na haar ontstaan, dat zij op een gegeven tijdstip moest worden uitgevonden, geschapen uit het niet.
Maar is de fotografie, vooral sinds het begin dezer eeuw, niet méér geworden dan een kunst? Werd zij niet het eerste algemeene en overal verstaanbare uitdrukkingsmiddel dat het menschdom heeft kunnen verwezenlijken na de panische verwarring van den Toren van Babel? Zou de fotografie als voertuig der gedachte, door de millioenen hersens welke zij onophoudelijk beïnvloedt, en veel directer dan het letterschrift, vandaag niet reeds ruim opwegen tegen het geschreven, gedrukte, gesproken woord? Is zij wellicht al niet bezig de voornaamste zintuigelijke communicatiemiddelen te verdringen? En wie durft voorspellen, na zulk een overweldigende expansie in een minimum tijdsduur, welke de rang zal zijn der fotografie als factor in het mentale leven van het menschdom over een kwart eeuw? Dat alles, verleden, heden en toekomst, werd gisteren, 7 Januari 1938 herdacht in het groote amphitheater der Sorbonne. Het verdient zonder twijfel met dezelfde plechtigheid en bewondering herdacht te worden over den ganschen aardbol.
[verschenen: 24 januari 1939]