Een absurditeit
Deze capitulatie nu, hoe men haar verklaren moge, door verraad, door politieke speculaties of antipathieën van Bazaine, die den vorst aan wien hij trouw gezworen had onttroond zag, die misschien Regent waande te worden, of President der Republiek, of wat anders, maar in ieder geval met toestemming van Bismarck, en met steun van een leger dat hij in reserve meende te houden voor zulke eventualiteiten, deze capitulatie zonder slag of stoot, zonder een schijn van verdediging, berustte op geen enkele militaire realiteit, en kon door geen enkel strategisch noch tactisch argument of pretext gemotiveerd worden. De overgave was militair volkomen ongegrond en militair volstrekt ongrondbaar. Daarover gaan alle deskundigen accoord.
Zij hebben echter uit de typeerendste karakteristiek van dat wapenfeit en uit zijn samenhang niet de consequentie getrokken welke voor de hand ligt en die een verbroken evenwicht in de psychologie van twee volkeren had kunnen herstellen. Noch de Franschen, noch de Duitschers. Maar een halve eeuw na Bazaine's verdwijning kan men die karakteristiek signaleeren als volgt: Het determineerende evenement in den oorlog van '70 was een militaire nonsens, een militaire absurditeit, een militaire redeloosheid. En alles, maar dan ook alles, in het materieele, in het spiritueele, in het mentale, in het psychologische, in het intellectueele, alles wat uit die nonsens en die absurditeit ontsprongen is, alles wat er zich aan gekoesterd en mee gevoed heeft, verliest zijn basis, zijn fundamenten, zijn uitgangspunten. Zij worden tot een zeer belangrijken graad fictief en irreëel. Zij correspondeeren niet met een voldoende mate werkelijkheid. Voor een groot deel waan zijnde kunnen zij meesleepen tot allerlei soorten van waan, zelfbedrog, overschatting, vermetelheid, euvelen moed. Want als Moltke, de oom, nimmer de onvolprezen Moltke geworden zou zijn zonder Bazaine, ook Moltke de neef zou, zonder een bedrieglijke optiek welke de realiteiten misvormde, zich méér gewantrouwd hebben tijdens zijn opmarsch naar Parijs, en zelfs Von Kluck zou zonder illusies en de luchtspiegelingen welke predomineerende fenomenen als Metz en Sedan verwekt hadden in de verbeelding van generaals en soldaten, zich honderdmaal bedacht hebben alvorens in 't zicht der Ville-Sirène zijn raadselachtige, roekelooze zwenking uit te voeren naar het Oosten der Fransche hoofdstad.
Men kan zulke effecten van in hun diepsten zin vervalschte uitgangspunten, zonder ernaar te zoeken, waarnemen op menig ander gebied, waar ze minder gevaarlijk ofschoon niet minder bedenkelijk zijn dan in de diplomatie, de politiek en strategie. Men zou in die effecten ook een der mechanismen kunnen vermoeden waarin zich de kracht manifesteert welke wij immanente gerechtigheid noemen. De verbindingen, de richtlijnen welke voortvloeien uit een buitengewoon zeldzaam geval als dat van Bazaine (waarschijnlijk uniek in de wereld-geschiedenis) zijn ontelbaar. Maar alle resultanten tezamen beschouwd, hebben de Franschen, hoewel zij in hun prestige een schade leden welke geen enkele vorige nederlaag, zelfs niet Waterloo, hun berokkende, hoewel hun innerlijke, en uiterlijke veerkracht voor lange jaren verlamd, verbrijzeld en verdacht scheen in de oogen der buitenstaanders, alles tezamen genomen hebben de Franschen in de hinderlaag welke een grillig noodlot de aarde gespannen heeft door de verschijning van Bazaine, meer profijt gevonden dan de Duitschers. Want men behoeft slechts sommige bladzijden te lezen van Mein Kampf, en de betoovering te proeven welke de oorlog van 1870 heeft uitgeoefend op de formatie van Hitler's psyche, om onmiddellijk gewaar te worden dat de effecten van een ongeloofelijken, een buitensporigen geluksworp, voor Duitschland nog geenszins zijn uitgeput. En zoolang ze voorttieren zullen de terugslagen duren; men mag zich daarvan voor verzekerd houden.
[verschenen: 18 januari 1939]