Spijkers
Alle argumenten welke de Italianen aanvoeren om de opzegging te motiveeren van een accoord dat zij destijds ontvingen als een zegen des hemels, moeten dus gerangschikt worden onder de spijkers die men zoekt op laag water, onder casuïstisch gemuggenzift, onder sophistische haarkloverij. Hun draagkracht reikt niet verder dan de Italiaansche grens. Hun overtuigingsvermogen is slechts bruikbaar voor gedresseerde hersens. Zoo onhoudbaar zij blijken bij het eerste vrije onderzoek, zij zijn waarschijnlijk aanvaardbaar voor de onderdanen van Mussolini, die kunstmatig gevoed en gerantsoeneerd, sinds lange jaren alles leerden slikken en verteren wat hen wordt ingelepeld. Het is zelfs mogelijk dat dergelijke argumenten de Italianen aansporen tot een gedicteerd enthousiasme. En des te erger wanneer de domheid, gecombineerd met hooggespannen vitaliteit en oververhit dynamisme, zulke peillooze, grondelooze afmetingen aanneemt.
Want als de Italiaansche drogredenen waardeloos zijn in Frankrijk, zij zijn niet zonder beteekenis. Het overkwam den Franschman niet dikwijls in den loop der geschiedenis dat hij zich zoo absoluut zeker voelde van zijn goed recht. Zelfs in 1914, ondanks de onloochenbare oorlogsverklaring van Duitschland, bleef er in menig gemoed een vleugje twijfel knagen. Nog na de overwinning vroegen sommigen zich af of zijn regeerders niet in het verborgen op die oorlogsverklaring hadden aangestuurd. Maar hier is het Italiaansche ongelijk, Mussolini's willekeur, de fascistische overdrijving dermate evident, zonneklaar, dat het besef van Frankrijk's goed recht geen zweem van weifeling toelaat. Niemand behoeft zich iets in te praten. Er valt geen enkel geweten te sussen. Bij niemand. Noch links noch rechts. Mussolini's argumentatie is van een zwakheid waaraan geen mensch zich onderwerpen kan zonder zich intellectueel te verlagen.
Voeg daarbij de instinctieve antipathie welke een groot deel der Fransche bevolking koestert voor het fascisme, een afkeer die bij velen woekerde tot fanatischen, onverzoenlijken haat, en in aanmerking nemend den tegenstand welke het accoord van 1935 reeds ontmoette toen langs een Parijsch perron een trein onder stoom te wachten stond op zijn passagiers, het misnoegen over de Italiaansche versatiliteit, den wrevel over de Italiaansche ondankbaarheid (was het Laval niet die beurtelings passief beurtelings actief, het verzet gesaboteerd heeft van den Volkenbond tegen de Ethiopische verovering?) in aanmerking nemend het wantrouwen dat Italië inboezemt door de verschijning zijner legioenen aan den voet der Pyreneeën, in aanmerking nemend de precariteit der Italiaansche financiën, de mateloosheid der Italiaansche pretenties, met al deze gegevens voor oogen kan op een millimeter na de limiet bepaald worden der concessies welke Rome door arbitraire, unilaterale opzegging eener overeenkomst meent af te zullen persen van Frankrijk.