Parijs ontdekt
Meen niet inderdaad dat Fabre's tragedie speelt onder den Egyptischen hemel waar alles nog brandt en kookt onder den gloed der nabije woestijn. Neen, als de held een leerling kan zijn der school van El Azar, de gansche handeling ontwikkelt zich te Parijs. Dit is het origineele, het merkwaardige, men mag zeggen het sensationeele van ‘Paris-Babel’. De Franschman ontdekt niet alleen een ongekend Oosten en de zeldzame fatamorgana's, die onder menigen schedel opglanzen voor het innerlijk oog. Hij ontdekt ook zijn eigen stad en een deel harer geheimen. Want als hij globaal weet waar de duizenden uitgewekenen van Europa, Azië en Afrika, ballingen, vluchtelingen, fortuinzoekers, getrokken naar de Ville-Lumière als vogels en vlinders door den vuurtoren, hun hoofdkwartier opsloegen, zich instinctmatig hergroepeerend naar het land hunner afkomst of naar de kleur hunner ideeën, de Israëlieten kampeerend in het aristocratische Parc Monceau, de Joden rondom de burgerlijke Rue Richer, de Karpaten en Pollakken in de schooierige Rue des Escouffes, de revolutionnairen en nationalisten van allerlei schering op den Montparnasse, de Franschman heeft daarentegen nooit bevroed wat er in al die koppen rondspookt en wat zij uitbroeien.
Zoo streek het plebs van het Oosten neer, niemand weet waarom, rondom de kerk van Saint-Médard, in 't hartje van het Quartier Latin, niet ver van de Sorbonne, dicht bij de ‘Mont de Paris’, het graf van Sainte Geneviève, schutspatrones der stad, in de buurt der Ecole Polytechnique, en daar toont Emile Fabre deze gebruinde, gelooide zwervers in hunne holen, met hun ongebreidelde droomen. De hoofdpersoon Ahmed, neef van een emir die vermoord werd omdat hij broederschap preekte tusschen Arabieren en Joden, draagt dan ook geen boernoe en groenen tulband maar een colbertje en een deukhoed. Deze jonge godsdienststichter, in wien de mystieke deugden voortleven van zijn oom Selim, zijn onverschrokken offervaardigheid, zijn onthechting aan alles wat aardsch is, verdient zijn dagelijksch brood in een timmermanswerkplaats. De leer, waarvoor Selim stierf (‘Gij zult nooit de sterksten zijn door geweld. Wie geweld gebruikt zal altijd overwonnen worden door de Europeanen. Begrijp dat alleen de liefde u zal bevrijden.’) deze leer verkondigt hij niet onder de togen eener Moskee, maar in de kelders der beruchte en slechtbefaamde Arabische café's der Rue Mouffetard. waar sinds menschenheugenis het ergste uitvaagsel gehokt heeft naast het intellect. In die kelders, bevolkt met het kakelbonte uitschot van alle rassen godsdiensten en politieke tendenties (knap, levend en met buitengewone verscheidenheid van toets door Fabre geteekend) zal Ahmed zijn geduchtste tegenstanders ontmoeten. Het dramatische conflict ontstaat door de tegenstelling dezer internationale van den geest met de internationale van het geld, waarvan Parijs eveneens een der hoofdkwartieren was sinds langen datum, en het nog meer werd naarmate het geld uit autarkische landen wegvlucht naar de liberale staten.