Geen oplossing
Deze vier uitleggingen van een Kabaal (wij zien geen vijfde) die elk afzonderlijk of gecombineerd kunnen gelden als factoren, lichten het geschil toe, dat de Italianen zoeken, maar brengen geen schijn van oplossing. Want een oplossing in Italiaanschen zin is onvindbaar, ondenkbaar, tenzij door geweld van wapenen, bekroond met succes. En dan nog! Geen enkel inwoner van Savoje dat in den loop der eeuwen zesmaal Fransch was, dat vijfmaal van Frankrijk werd losgerukt (het laatst in 1814), dat bij plebisciet van 1860 (toen Italië als geünifieerde Staat nog niet bestond) eenstemmig en vrijwillig de hereeniging koos met Frankrijk, geen enkel Savojaard zal onder dwang de Italiaansche nationaliteit aanvaarden. Is het niet extravagant om een provincie, waar ieder Fransch spreekt, waar alle steden, dorpen, gehuchten, rivieren, bergen en dalen Fransche namen dragen, op te eischen als eigendom, wijl het regeerend Italiaansche vorstenhuis uit die streken stamt? Met dezelfde argumenten kan Savoje Italië opeischen. Op even deugdelijke gronden zou Frankrijk teruggave mogen vragen van Napels, waar het geregeerd heeft. Of Holland zou Nassau kunnen eischen van Duitschland, en Oranje van Frankrijk.
Maar minder nog dan de Savojaarden, zouden de Corsicanen buigen voor een Italiaansch juk, dat zij vanaf de Romeinsche overheersching leerden haten. Zij hebben niet de minste reden om te betreuren dat zij in 1768 (juist een jaar vóór de geboorte van Napoleon) door Genua voor de som van enkele millioenen verkocht zijn aan Frankrijk, maar zij vergeten het niet. De Genueezen hadden van Corsica een woestijn gemaakt. Van Genua's overheersching dateert het gebruik, tot den huidigen dag gehandhaafd, dat alle Corsicaansche vrouwen zich in 't zwart kleeden, omdat er tijdens Genua's gezag nimmer een familie was op 't eiland waar niet een doode beweend werd. Alle Italiaansche propaganda, venijnig, sluw en taai, heeft in deze aangeboren antipathieën geen spoor van verandering kunnen brengen. Al dat geld is verspild: de Corsicanen zijn niet meer te koop.
Noch in Savoje, noch op Corsica, noch op de Côte d'Azur zou Frankrijk iets te duchten hebben van het zelfbeschikkingsrecht der volkeren. Niet eens meer in Tunis, waar een deel der inwoners, van Italiaansche herkomst, doch van Joodschen oorsprong, tegen Italië in 't harnas gejaagd is door Mussolini's raciale, antisemietische politiek. Het zou daarom voor alle betrokken partijen raadzaam zijn wanneer de Duce zijn veroverings- en annexatie-plannen uit het hoofd zette. Niet enkel is het gewaagd om een handschoen te werpen welken Frankrijk niet zal aarzelen op te rapen. Doch zelfs als het avontuur zou slagen kan Mussolini er slechts de bitterste vruchten van plukken. Hier spot men reeds: Chi va Ciano va non sano.
[verschenen: 21 december 1938]