De noodzakelijke standvastigheid
Waarom het Fransche volk geen mandaatgebieden wenscht af te staan, en waarom het zich vastlegde in ondubbelzinnige verklaringen.
Parijs, 19 November 1938
Op het punt van koloniën nu weten de Duitschers sinds gisteren waaraan zij zich te houden hebben.
Na een menigte halfslachtige démenti's op een zwerm van vage geruchten, die met alle winden en uit alle hoeken kwamen aangevlogen, en na gedurende te langen tijd een gedragslijn gevolgd te hebben die kon doen denken aan de ferme houding van den ezel tusschen de twee hooischelven, of die kon doen veronderstellen dat men de kwestie behandelde als het Gretchen van Faust dat haar madeliefje ontbladert tegenover het alternatief ‘mint hij mij, mint hij mij niet’, waaruit afgeleid mocht worden, dat men reeds bezweken was of niets liever wenschte dan te bezwijken voor een doortastend gebaar, na al dit gedobber en getreuzel, heeft de Fransche regeering eindelijk een positie ingenomen welke doorgaat voor vast en definitief.
Dit wil zeggen, dat de radicaal-socialistische Kamergroep, in tegenwoordigheid van den premier Daladier en den Minister van Buitenlandsche Zaken Bonnet, die beiden tot deze partij behooren, unaniem een motie gesteund heeft welke culmineert in de energieke en categorische verklaring dat zij ‘haar absoluten wil betuigt om het Fransche empire, bestaande uit koloniën, protectoraten en territoriën onder mandaat in zijn geheel te handhaven en dat zij elken afstand weigert van grondgebied waar de Fransche driekleur wappert.’
Deze motie gelezen en goedgekeurd te hebben bespaart Daladier en Bonnet tenminste den last om voor de Commissie van Koloniën te verschijnen, waartoe zij waren uitgenoodigd, en ontheft hen van een uitlegging in het parlement welke over den Rijn of over de Alpen opgevat zou kunnen worden als een dier bellicistische provocaties der Democratieën, waaraan wij, gelijk maar al te goed bekend is, den ondergang danken van Oostenrijk, de tribulaties der Tsjechen, den oorlog in Spanje, en de politie-operaties in China.
Met een noodzakelijk en prijzenswaardig beleid paart de Fransche regeering dus de kloekheid aan den schroom. Zij zweert niets. Maar zij laat heilige eeden afleggen door de representatieve korpsen der Natie en vereert deze plechtigheden met haar aanwezigheid.