De meester van het lot
Waarom zag Daladier grauw en vaal toen het volk hem bejubelde?
Parijs, 2 October 1938
Bleeker dan krijt presideerde Daladier gisteravond, op den eersten dag der Octobermaand, de Ceremonie van de Hernieuwing der Vlam op het Graf van den Onbekenden Soldaat onder den Triomfboog, om de Bewaring te vieren van den Vrede, die hij twintig jaar geleden bevochten had. Wat kon er omgaan in het hart en in het hoofd van den minister-oudstrijder dat hem grauwer en valer maakte dan het wit der vlaggen?
Temidden eener zingende, dansende, schreeuwende, juichende menigte van tienduizenden menschen, dol van animale vreugde omdat de bittere beker der wanhoop van hun lippen was weggenomen, en saturnalisch uitgelaten omdat hun contract met het zoete leven verlengd was, had ik de plechtigheid bijgewoond in gezelschap van een Franschman, dien ik ken van langen datum en wiens vak 't is (zooals dat eertijds het beroep was van Daladier) om de geschiedenis te onderwijzen na haar doorvorscht te hebben. Ik laat hem zijn anonimiteit omdat zijn naam nog maar weinig beduidt naast de beroemdheden der universiteit. Hij kan er des te vrijer om spreken, en uit de redeneering die hij hield terwijl wij na de festiviteit samen de Avenue de la Grande Armée afzakten, in den vallenden avond en onder het vallend herfstloover, zal men zonder moeite afleiden dat het niet alleen zijn neiging is maar ook zijn gave, om door te dringen tot den kern eener zaak.
II y a de quoi, zei hij mij na een opmerking waarin ik mijn verwondering uitte over de zichtbare ontdaanheid van het hoofd der Fransche regeering. II y a de quoi! Hij komt terug van München, waar zich een der grootste en beklemmendste drama's heeft afgespeeld der historie. Maar deze uitdrukking is dermate een banaliteit geworden, en journalistieke gemeenplaats, dat hij waarschijnlijk de eenige is onder deze honderdduizenden koppen die zich rekenschap geeft waarover het eigenlijk gaat en wat er gebeurde. Daarom ziet hij eruit als een doode, wat volstrekt zijn gewone kleur niet is. Daarom antwoordt hij met schorre keel Vive la France! op het geroep van Vive Daladier! Wanneer hij de keus had zou hij misschien liever in den grond kruipen dan hier te figureeren als triomfator.
Want hij heeft gestaan, als incarnatie der Laatste Instantie, tegenover een man die niet zwichten wilde, die zwichten moest en die te elfder ure zwichtte. Wij moeten inderdaad aannemen, als de Conferentie van München geen pure comedie was, en als het geen pure comedie was dat Praag de besluiten van München draaglijk achtte na de eischen van Godesberg verworpen te hebben, wij moeten aannemen dat Hitler gezwicht is. Anders zou ook deze manifestatie op het Graf van den Onbekende, een afgrijselijke klucht zijn, een vertooning waartoe geen enkel staatsman zich zou kunnen leenen, zelfs niet met den dood in 't hart.
Eerste punt dus: Hitler zwichtte. Waarom hij gezwicht is weten wij niet en zullen wij pas hooren over tien, twintig jaar. Sommigen beweren dat de generaals die adviseeren en controleeren, hem ernstig hebben aangemaand tot voorzichtigheid. Andere meenen dat hij terugkrabbelde omdat de Italianen luttel enthousiasme toonden voor een oorlog wegens de Sudeten. Wat begrijpelijk is wanneer men gezien heeft hoe weinig animo de Franschen betuigden voor een casus belli waarbij hun belangen nochtans veel rechtstreekser betrokken waren dan de belangen van Italië. Nog anderen zijn er die denken dat Hitler zich onveilig begon te voelen toen hem de mobilisatie bericht werd der Engelsche Vloot. En dit alles vormt een serie van meer dan voldoende aanleidingen om een geval opnieuw en serieus in overweging te nemen. Zelfs voor een man als Hitler.
Maar wanneer Hitler te München zwichtte, dan kan hij slechts gezwicht zijn in een detail dat van ondergeschikt belang is ten opzichte van het door hem beoogde doel. Het resultaat immers, waar alles op aankomt, blijft hetzelfde. Tsjechoslowakije is ontmanteld. Het verliest zijn strategische grenzen. Het is beroofd van het grootste deel zijner industrie, van zijn natuurlijke hulpbronnen, van zijn rijkdommen, van zijn middelen van bestaan. Het was misschien Hitler's wensch en oogmerk om de Tsjechische versperring op zijn marsch naar de Zwarte Zee onverwijld uit den weg te ruimen, om de Slavische hindernis voorgoed en radicaal te verbrijzelen, te vernietigen. Doch uitstel is geen afstel. Door de geweldige bres die hij vandaag slaat in het Tsjechische verdedigingssysteem, wordt de onderwerping, de vazaliseering van Tsjechen en Slowaken slechts een kwestie van tijd.
Wanneer Hitler bijgevolg zwichtte te München, wanneer hij zich liet overreden tot inschikkelijkheid, dan gingen zijn concessies, in verhouding tot het eind-resultaat, niet verder dan een wijziging in de procedure, wat men gerust kan noemen een bloote formaliteit. En dat reeds zou een zonderlinge reden zijn om te vlaggen en te jubelen. Dat reeds zou een méér dan paradoxaal motief zijn om victorieuze Marseillaises te gaan zingen rondom den zerk van den soldaat die sneuvelde tusschen 1914 en 1918. Het ware onvergelijkelijk juister en verstandiger geweest om zoenoffers te plengen op deze waarschuwende tombe.
Doch tot hiertoe blijven wij in de perken van het gewone, van een normaal politiek feit dat zich duizendmaal heeft voorgedaan in de geschiedenis der natie. Wij naderen echter de grenzen van het tragische wanneer wij bedenken (en elk staatsman kan niet anders dan dit bedenken en rumineeren) dat pas op het nippertje, in extremis, het bestaan van Europa, het leven van millioenen en millioenen menschen, op de balans van Adolf Hitler konden opwegen tegen de aanvaarding dier bloote formaliteit. En wij overschrijden alle grenzen van het ongekende, het ongehoorde, het verschrikkende, het verstarrende, wanneer men even nagaat wat er noodig is geweest om dezen man (wiens bovenmenschelijk cynisme men met een ontstelde, verstomde verbazing zou moeten gadeslaan) wat er noodig was om Adolf Hitler een duimbreed - een fictieve duimbreedte - te doen afwijken van zijn oorspronkelijk vastgesteld plan. Ten eerste: drie reizen van Neville Chamberlain. Vervolgens de mobilisatie van een belangrijk gedeelte der Fransche en Tsjechische strijdkrachten. Ten derde: de mobilisatie der Engelsche Vloot. Ten vierde: twee expresse boodschappen van President Roosevelt, de eerste overredend, de tweede pathetisch en aangrijpend. Ten vijfde: de dringende oproep tot bemiddeling welke Chamberlain, gesteund door den Franschen minister Anatole de Monzie, richtte tot Mussolini. Op den koop toe: de verzuchtingen, de stille tranen, de gesmoorde noodkreten, de verscheurende gebeden van ontelbare gepijnigde zielen verspreid over den ganschen aardbol. Om te zwijgen over het stamelende, gebroken appèl van een ouden Paus... dat alles was noodig om Adolf Hitler te bewegen tot de aanvaarding der bloote formaliteit welke een wereld-deel behoedde voor ondergang.
Houd op! zei ik hier tot mijn analytischen metgezel, want langzamerhand, terwijl het volk nog juichte, had ik het gevoel gekregen van levend gevild te worden.
Ophouden? voegde hij mij sarcastisch toe. Wij zijn pas bij een begin. De andere partij zal ons geen dank wijten voor de redding, die ook de hunne is. Integendeel. De ‘totalitairen’ zullen roemen op hun zegepraal, en schimpen op de nederlaag der ‘democratieën.’ Met de mentaliteit die de zijne is, gepantserd tegen alle mededoogen, en gedreven door een impuls van ongekende kracht (nog versterkt door dit succes) kan Adolf Hitler onbewogen voorwaarts schrijden. De Doos van Pandora, waarin alle rampen liggen opgesloten, raakte in zijn macht, en reeds door de bedreiging van haar te openen, kan hij het humane deel der menschheid naar willekeur en welbehagen in afgronden van wanhoop dompelen. Het eerste experiment is te goed geslaagd om de verleiding niet uit te lokken van het te herhalen. Hoe meer wij wapenen, des te omvangrijker zullen de ruïnes zijn. En in deze atmosfeer van radeloosheid en onmacht, geschapen door iemand, die het beeld oproept van booze toovenaars uit oude legenden, zal Europa voortaan verder moeten leven.
Gaarne had ik dezen somberen profeet het zwijgen opgelegd maar ik vond argumenten noch woorden. Van lieverlede echter werd de loodkleurige, verslagen physiognomie van Edouard Daladier mij duidelijk. Hij realiseerde zich de situatie (misschien voor den eersten keer) en onderging haar als een persoonlijk ongeluk.
[verschenen: 18 oktober 1938]