Zeldzame situatie
De situatie welke wij bijwonen en beleven is misschien niet zonder precedent, maar toch dermate zeldzaam dat zij haast als eenig mag gelden in de geschiedenis van het menschdom. Om een gelijkwaardig pendant te vinden moet men waarschijnlijk teruggaan tot den Zondvloed (toen men begon te merken dat de regen niet ophield) of tot het Jaar Duizend der middeleeuwen dat men allerwegen met ontzetting zag aantijgen als het einde der wereld. Volgens de betrouwbaarste getuigenissen echter is het niet zoo toegegaan in 1914.
Zeker had men vernomen dat er een aartshertog vermoord was doch niemand der millioenen die als consequentie daarvan zouden sterven vermoedde in de verste verte dat zijn vonnis geveld was door den dader van den aanslag.
Het duurde nog ettelijke weken alvorens de tallooze opgeteekenden eenig onraad bespeurden, enkele schaarsche ingewijden uitgezonderd. En daarin vooral verschilde 1914 van 1938 dat slechts zeer weinigen een nauwkeurig besef hadden van den jammer, den waanzin, de smart, de rouw en het berouw welke besloten lagen in de twee syllaben van oorlog. Toenmaals waren niet alleen de beraadslagingen van de meesters der aarde en hare goden gewikkeld in dikke nevels, ondoordringbaar voor het gewone oog, maar ook het duivelsche vermogen der destructieve machten die ontboeid werden was schuil gebleven achter dichte sluiers. Pas bij de eerste bliksemschichten kon men de diepte en den omvang ontwaren van de negen kringen der hel waarheen men bijna onbewust was weggedoold.