Een harde noot
Een zeer harde noot heeft Mussolini zijn Fransche vrienden te kraken gegeven toen hij zich onlangs bekeerde tot de ras-theorie, en zij hebben haar niet verduwd. Een Franschman, individualistisch van nature, zal nimmer vatten wat voor genoegen een mensch erin kan scheppen om te behooren tot een ras, als een hoender, een paard, een hond. Zij waardeeren een mensch niet naar zijn kleur of naar zijn neus, doch naar zijn hersens, zijn hart of zijn ziel, en zelfs al zou hij geen van drieën bezitten, dan blijft hij toch een mensch. Dat de Duitschers, bij wie altijd de kudde-geest en een wanordelijke verbeelding overheerscht heeft, zich inlaten met zulke liefhebberijen is nog tot daaraan toe, en trouwens erg genoeg. Maar de Italianen! Het Latijnsche zusje!
Ten eerste, zegt de bioloog, bestaat er voor de bepaling van een ras geen enkel wetenschappelijk criterium. Geen enkele onveranderlijke, betrouwbare houvast. Een paar jaar geleden meende men een beslissend merkteeken ontdekt te hebben in de analyse van het bloed. Larie? Bij nader onderzoek heeft men bij de Joden drie soorten van bloed gevonden en niemand zal ontkennen dat de Joden als ras en volk in den loop der eeuwen een zekere constantheid van psyche en geaardheid getoond hebben. Het ras, biologisch beschouwd, is een summum van vaagheid, van on-omlijndheid, en een minimum van precisie.
Ten tweede overigens, al zou het ras met mathematische nauwkeurigheid kunnen worden bewezen, en al zou de zoon lijken op den vader (van binnen en van buiten), de dochter op de moeder, gelijk bij de terriërs, de rashoenders en de aardappelen, dan vooral juist zou het voor de Italianen geraden zijn om zich niets in te beelden op een punt waar alle theorie moet getuigen tegen hen. Hebben zij vergeten dat het Romeinsche Rijk opgehouden heeft te bestaan bij gebrek aan Romeinen? Historisch beschouwd (en alle biologie terzijde latend) is de Italiaansche bevolking een hutspot, een waar ratjetoe, van ontelbare karavanen slaven, uit alle hoeken van Europa, Afrika en Azië, geïmporteerd door de legioenen van Rome, en, na de instorting van het Romeinsche Imperium, van chronische horden veroveraars en invallers uit de vier windstreken van de oude wereld. Hij doet de deur toe voor ieder die de vijf bij elkaar heeft, wanneer Mussolini op grond van ras-concepties boord en das wil afschaffen omdat zij van Franschen oorsprong zijn. Dat is niet serieus meer. Dat wordt compromitteerend. Waarom ook niet de broek zooals de Duitschers droogkomiek hebben opgemerkt? Er was inderdaad na Julius Cesar in Frankrijk een ‘Gallia togata’ (de onderworpen Galliërs die de toga geadopteerd hadden) en een ‘Gallia bragata’, het Gallië der weerspannigen die zich hielden aan de broek. En toppunt van bitterheid voor het Italiaansche rasbewustzijn: het ‘Gallia-bragata’ droeg de zegepraal weg in den strijd tusschen toga en broek. De broek veroverde de wereld!