Ommekeer
Bij de eerste berichten van den militairen opstand in Spanje, en later bij het ‘ingrijpen’ van de Japanners in China, hadden de Fransche notabelen onder wie diverse celebriteiten, zonder uitzondering gereageerd als mannen van rechts. En wie had ooit kunnen vermoeden, wie had ook maar in de verste verte durven gissen, dat de een na den ander eenzelfde evolutie zou doormaken als die welke François Mauriac heeft opgebiecht in de Figaro? De katholieke auteur van een dozijn beroemde romans, een ‘Leven van Jezus’ en een opzienbarend tooneelstuk, vertoefde te Vichy toen Franco's rebellie uitbrak.
Zoodra de tijding van het oproer hem bereikte, dicteerde hij telefonisch een artikel naar de Figaro dat hij titelde ‘L'Internationale de la Haine’. Die ‘Internationale van den Haat’ was voor Mauriac belichaamd door Madrid en Moscou, de conjunctuur van de Spaansche anarchie en het Russische Marxisme.
Stellig vergiste hij zich niet. Men mag ook niet zeggen dat de schellen hem van de oogen vielen. Doch gaandeweg, met het optreden der Moren (die een beeltenis van het Heilig Hart op hun borst spelden), met de afslachting van weerlooze bevolkingen, met de lijken van vrouwen en kinderen, met de systematische uitroeiing van alle verdachten, met de pretentie der Spaansche generaals van een Heiligen Oorlog te voeren, een Kruistocht, en de ‘Soldaten van Christus’ te zijn, met het gehuicheld, afzichtelijk ‘idealisme’ hunner Italiaansche en Duitsche handlangers, veranderde de essentieele gegevens van het probleem. Toen de Japanners zich met dezelfde gruwelijke, barbaarsche, onmenschelijke praktijken in de gelederen schaarden der ‘Soldaten van Christus’ was de maat vol. Een Jacques Maritain, hoogleeraar aan de Katholieke Universiteit, een Mauriac, een Georges Bernanos, een Albert de La Pradelle, vonden den moed om te kiezen. En zeker werden katholieke gewetens nimmer voor een smartelijker dilemma geplaatst want de zestien duizend vermoorde priesters en de ontelbare verwoeste kerken zijn geen legende. Maar het Frente Popular tenminste werd zich bewust van zijn euveldaden en onderdrukte ze. Het Frente Popular had tenminste die euveldaden niet bedreven in naam van Christus, zooals nog dagelijks geschiedt in het kamp der ‘Witten’.
De leiders Maritain, Mauriac, Bernanos werden zonder aarzeling gevolgd door hun troepen en La Pradelle geeft aan de oriëntatie haar definitief cachet. Sinds lange maanden reeds helde het democratisch-Katholieke dagblad L'Aube over naar de gouvernementeelen van Valencia. Tegenwoordig wordt ook La Croix, het officieele orgaan van het Fransche Katholicisme en het meest uitdrukkelijk gehoorzaam aan de wenken van het Vaticaan, verketterd en verguisd als ‘product van vrijmetselaars en joden’ door de pers van Franco.
Zoo werd een reeks van gewetensvragen beslecht en tegelijk een strategische manoeuvre voltrokken van onberekenbaar gewicht en strekking: In de Spaansche en in de Chineesche Affaire regelden de Fransche Katholieken eenparig hun zienswijze naar de houding en de gedragslijn van de politieke formatie welke gewoonheidshalve nog getypeerd wordt als links, wat menige kwestie zal vereenvoudigen, wanneer ooit het gouvernement moet overgaan van woorden tot daden.
[verschenen: 5 september 1938]