Ommekeer
Ook op dat gebied echter had een totale ommekeer plaats gegrepen. Allerwegen werd nog getimmerd, maar elke wanklank was verdwenen. Het was alsof men opeens besloten had 't pharaonische, het pyramidale, het kolossale te laten varen, en het grandiose naar Franschen trant te zoeken in den eenvoud en in de bekoring. Had men ergens ter wereld ooit de neon-buizen gelukkiger gebezigd dan hier: verwerkt tot gebrandschilderde roosvensters, glanzend, glimmend uitgehangen boven den horizon als geïllumineerde kerkramen, met monogrammen, met heraldieke figuren, onder een woud van vlaggen? Het was simpel, maar pakkend, om met gekleurde zoeklichten aan het firmament een reusachtige Union Jack te teekenen, de Union Jack, die met haar dubbel gekruiste strepen de technici voor een tamelijk gecompliceerd probleem stelde. Wat men gemaakt had van het oude en ouderwetsche stationnetje in het Bois de Boulogne waar het Britsche koningspaar moest uitstappen, grensde aan het onbeschrijfbare: met draperieën en antieke wandtapijten, geleend door het Louvre, was het gebouwtje omgetooverd in een verheven, triomfale, verrukkelijke, wit-roode architectuur, die op een achtergrond van groenend bosch het midden hield tusschen tent en paleis. Hier bewonderde men eerst de schoonheid; daarna een onvergelijkelijke praal en staatsie.
En waarheen de Franschen zich ook richtten, onder de majestueuze trofeeën, tusschen de onmetelijke boeketten van geraniums besproeid door fonteinen, overal harmoniseerde het decor met hun diepste wenschen. Alle twijfel week. Frankrijk was gebleven gelijk het was: als het gouden standbeeld France van Bourdelle, dat onbewogen naar de verte blikkend, de Engelsche souvereinen verwelkomde in het paleis-station van het Bois de Boulogne. In dit voorspel tot de feesten, in het wordend enthousiasme hervond men elkaar spontaan, onverwacht en opgelucht als Franschen, als burgers der ondeelbare Republiek. Alle twisten en veeten waren vergeten. Wat niets en niemand kon realiseeren sedert maanden en jaren, wat geen honderden redevoeringen vermochten, geen duizenden krantenartikelen, geen waarschuwingen, vermaningen of bedreigingen, dat bewerkte de reis van George VI: de Fransche eendracht; de Nationale Unie in Frankrijk en de gewaarwording dat een nieuw tijdperk aanvangt als een heldere, onverhoopte dageraad.
[verschenen: 2 augustus 1938]