Hainan
Een prachtige kans wordt hun geboden om te toonen wat zij in hun hart denken van die Fransche ontwaking. In de tweede helft van Juni berichtte Tokio dat de taaie tegenstand en een snellere onderwerping van China de Japanners zou kunnen noodzaken tot een bezetting van Hainan.
Tegen een japaniseering van dit eiland, China's grootste insulaire bezitting, kan menige mogendheid bezwaren koesteren. Maar vooral Frankrijk. Een Japansche basis op Hainan zou Hong-Kong onder het dagelijksch bereik plaatsen van Tokio's bommen. Hainan zou Japan een etappe dichter brengen bij de Philippijnen, bij Borneo, bij Singapore. Vanuit Hainan zou Japan de gansche Chineesche Zuidzee bestrijken en alle communicaties beheerschen. Voor de betrokken mogendheden zijn deze inconveniënten ernstig, doch min of meer indirect. Voor Frankrijk daarentegen ligt Hainan op 250 k.m. van Indo-China, in den golf van Tonkin, en nog dichter bij de Fransche concessie Koeang-Tcheoe, door China verpacht in 1898. Met de Japanners op Hainan wordt niet alleen die concessie precair, maar het geheele bezit van Tonkin, Annam, Laos, Cambodge en Cochinchina wordt nominaal, problematisch, hypothetisch en imaginair. Vooral wanneer Siam, in de linker flank van Laos, en bezield met meer dan dubieuze gevoelens, de Japanners een handje zou willen helpen.
Doch behalve directe en vitale belangen hebben de Franschen op Hainan ten overvloede onmiskenbare rechten. Echte juridische rechten, geboekstaafd en bezegeld op onvergankelijke perkamenten. Het verdrag met China, geteekend in 1898, kent Frankrijk de bevoegdheid toe om het eiland Hainan te bezetten met uitsluiting van elke andere mogendheid. In 1907 verbonden Japan en Frankrijk zich wederkeerig om elkaars belangen te eerbiedigen. Dit accoord werd bekrachtigd op de conferentie der negen mogendheden te Washington (1922) waar Japan aan Frankrijk bijzondere en formeele garanties gaf ten opzichte van Hainan. Veel van dit papier behoort ongetwijfeld tot de oude geschiedenis. Dit is geen reden om het naar de vodden-mand te verwijzen, om eerlijke verdragen op wenk van een militaristisch ministergeneraal als nietig te beschouwen, ze met evenveel gemak te breken en te verscheuren als Japan dat doet en de andere leden van de As. Iets dergelijks lag nimmer in de Fransche gewoonten. Zulk een gedragslijn zal minder dan ooit aannemelijk schijnen nu recht samengaat met belang. Want een Japansche basis op Hainan zou gelijkstaan met het verlies van Indochina.