Studies
Men zou zich vergissen door hieruit af te leiden dat de Franschen, genoopt tot een passieven uitkijk, in werkelijkheid hebben stilgezeten. Volstrekt niet. Met de Compagnie Transatlantique (eigenares van Normandië) richtte Air-France een vennootschap op tot het ondernemen van Oceaan-studies. Kapitaal vier millioen francs. Terwijl andere naties vliegtuigen over de wateren zonden, stuurde deze maatschappij een boot uit, toegerust als meteorologisch bureau. Dit schip, de Carimaré, stationneert sedert een jaar in den driehoek Azoren-Bermuden-Newfoundland. Buiten haar normale weerkundige observaties liet de wetenschappelijke bemanning vijftig onderzoekings-ballons op van twee meter doorsnede, voorzien van een kleinen radio-zender, die op elke honderd meter zijner opstijging automatisch de temperatuur seinde en het vochtigheidsgehalte der lucht. Het gewicht dezer bewonderenswaardige instrumenten bedroeg in totaal slechts 1800 gram. Volgens verscheidene opinies van Amerikanen en Engelschen heeft dit meteorologische vaartuig opmerkelijke diensten bewezen aan een rationeele verkenning van het Oceanische luchtgebied waarover men tot dusverre niet veel meer zakelijke gegevens bezat dan ten tijde van Columbus.
Behalve door de expeditie van den Carimaré betuigde de vennootschap Air-France-Transatlantique haar ondernemingsgeest met de bestelling van drie vliegbooten, waarvoor het Parlement een subsidie uittrok van 95 millioen. De eerste is een Potez van 40 ton met 6 motoren van 720 p.k., een radius van 6000 k.m., een kruisvaart van 330 k.m., en ruimte voor 16 passagiers. Een maquette dezer machine, op één derde der ware grootte, heeft vorige week haar eerste studie-vlucht ondernomen. Voor reusachtige vliegtuigen namelijk, waar de geringste wijziging (een lichte verplaatsing der vleugels b.v.) of het minste ongelukje ongehoorde kosten en tijdverlies kan meesleepen, schijnen de Franschen experimenten in verkleind formaat te verkiezen boven proeven met het origineel in werkelijke afmetingen. De methode is interessant, doch men zal moeten afwachten wat zij practisch oplevert. In principe moet de Potez 161 gereed zijn voor den zomer van 1939. Hij heeft het voordeel van geconcipieerd te zijn voor absoluut betrouwbare motoren.
Het tweede prototype is een Latécoère 631 van 66 ton, voor 20 passagiers en 6 man equipage, 6 motoren van 1500 p.k., een radius van 6000 k.m. (met 60 k.m. tegenwind) en een kruissnelheid van 350 k.m. per uur. Hij wordt in omvang geëvenaard door den Sud-Est 200 van Lioré, die met dezelfde motoren en dezelfde betalende vracht (5.360 k.g.) bestemd is gelijke prestaties te verrichten. Welk van dit in onderdeelen en zeer verschillend materiaal het bruikbaarste zal blijken moet de ervaring natuurlijk uitwijzen. Voor financieele offers, zooals men ziet, schrikken de Franschen niet terug. In dit opzicht hebben zij zelfs op Duitschers en Amerikanen een voorsprong.