Instinctmatige gedachtengang
En het antwoord rijst op met een onverbiddelijke, onontkomelijke consequentie: Die barbaarsche, bloeddorstige Rooden wijzen dergelijke terroristische, monsterachtige praktijken blijkbaar van de hand. Wat het hun ook koste, zij willen oorlogen binnen de perken van hetgeen humaan is en duldbaar. Hun overwinning zal er door vertraagd worden, misschien onmogelijk gemaakt, doch zij willen haar niet kleuren met de stroomen bloeds van jammerlijke onschuldigen. Zij zijn geen Herodessen die de moeders willen folteren in de gedoode kinderen, en de kinderen in den erbarmelijken aanblik der gedoode moeders. Geen Herodessen zijn zij, die een lichtstraaltje, dat zou kunnen opblinken in de duisternissen der wreedaardige wederpartij, willen blusschen met een stortvloed van hulpelooze, wanhopige tranen. Maar als dat zoo is, en klaarblijkelijk is 't aldus, in welk kamp dan bevindt zich de Menschelijkheid, de Civilisatie, dit wil zeggen het humaanste begrip en besef van ridderlijkheid, fatsoen, eergevoel? Waar dan bevindt zich de eigenlijke barbaarschheid? Er is geen krant in Frankrijk, hoe men er ook de kunst moge verstaan om de opinies te kneden, die zulke redeneeringen bij zijn lezers kan verhinderen. Hun gedachtengang is instinctmatig, werktuigelijk. Ook al koestert men omtrent de loyauteit, omtrent de humaniteit, het ideaal der Rooden niet de geringste illusies, ook al zal men geneigd zijn hun menschwaardiger krijgsvoering toe te schrijven aan sluwe berekening, hun contrasteerende gedragslijn, hun zelfbeheersching en de tactische offers die zij brengen aan het Geweten, aan beginselen welke een menschelijk geweten niet verzaken mag, die offers imponeeren. Ook al zou een houding welke hun duur te staan komt slechts een speculatie zijn, zij noopt tot nadenken. Waar zij geen harten wint, ontwapent zij de ingewortelde vooroordeelen of aangeboren antipathieën.
Want onvermijdelijk redeneert men eveneens: tot die speculatie op onze humanitaire gevoelens zijn de Witten niet eens in staat geweest. En wanneer na het tiende bombardement dat de Witten uitvoeren onze neigingen wellicht nog ongewijzigd schijnen, zij zullen beginnen te schommelen bij het twintigste.
Dat gebeurt onmerkbaar, van lieverlede, geleidelijk, bijna machinaal, als de compasnaald die de verandering noteert der aantrekkingskracht van een magnetisch veld. Des te zwaarder daarom is de verantwoording welke degenen dragen die verantwoordelijk zijn voor deze wending in de oriëntatie van het Fransche gemoed. Ten voordeele hunner tegenstanders lieten zij machtsfactoren te loor gaan welke Bismarck imponderabilia noemde omdat zij metterdaad onschatbaar zijn ofschoon tot geduchtste wapenen behoorend van de immanente gerechtigheid.