Een plan
Het is ditmaal G.-André Basdevant, zoon van den officieelen advocaat der Derde Republiek die voor Frankrijk pleegt te pleiten bij het Internationaal Hof, wiens teekeningen nog slechts wachten op de adhaesie der hoogste autoriteiten van het Vereenigd Koninkrijk. Zijn plan is eenvoudiger dan de meeste voorgaande. De tunnel zou geen spoorweg-verbinding worden doch een gewone onderzeesche verkeersweg, wat het tracé aanzienlijk vergemakkelijkt omdat het hellingen en bochten toelaat welke bezwaarlijk zijn voor een trein.
Geen rechte lijn bijgevolg, maar een weg die als 't ware geschreven ligt in de natuur van het zorgvuldig bestudeerde terrein, de faciliteiten welke het biedt voor het graafwerk en voor de veiligheid tijdens vrede en oorlog, bestand tegen de zee, tegen de mijnen, tegen de bommen. Over een afstand van ongeveer vijftig kilometer zal de baan kronkelen door het onderaardsche krijt, beginnend in de buurt van Calais en uitmondend in de omgeving van Folkestone, gemiddeld negentig meter onder waterpeil, en over zijn ganschen loop gedekt door een ondoordringbare laag leem, dik genoeg om zelfs een ontploffing in de binnenwanden ter zijde te schuiven als een mogelijkheid zonder catastrofische consequenties. Een gedeelte der zoldering zou instorten, meer niet.
De eigenlijke tunnel zou bestaan in twee evenwijdige galerijen van 6.50 meter breedte en 4.25 hoogte, over elke honderd meter verbonden door een zijgang, en voorzien van een ventilatie-systeem dat elke twee minuten de atmosfeer ververscht over het geheele traject. De verplaatsing van zooveel kubieke meters lucht zal vermoedelijk eenigen tocht veroorzaken, doch om die bries naar waarde te schatten behoeft men slechts te denken aan de wolken van stikgas die onophoudelijk worden uitgebraakt door de motoren der ontelbare wagens welke zonder onderbreking vice-versa van Engeland naar Frankrijk zullen rollen. Het boorwerk van de tunnel en de rest der inrichting zouden niet langer dan twee jaren in beslag nemen, terwijl de totale kosten geraamd worden op anderhalf milliard francs. Dat is weinig.
Niet eens honderd millioen gulden. De prijs van één slagkruiser van 35.000 ton die men op stapel zet bij vier tegelijk. Het is echter vooral weinig vergeleken bij de voordeelen welke voor beide landen uit de onderneming zouden voortspruiten in den vorm van een minstens vertiendubbeld verkeer. Een inwoner van Folkestone zou slechts op zijn fiets hebben te stappen om een toertje te doen over het oude continent.