Verborgen grootheid
Wij wisten het niet en niemand wist het, hoewel Marie Curie een tijdgenoot geweest is die men kon ontmoeten op straat of in een trein. Dit is het mirakel van het boek harer dochter: het plaatst ons voor een verborgen, verzwegen grootheid, die door niemand vermoed is, zelfs niet door haar kinderen, zooals Ève erkent, omdat de onverbiddelijke, onophoudelijke kamp gevoerd werd in de diepste stilte. De strijd begon reeds toen zij in 1867 geboren werd te Warschau met een vonk van Poolsch patriottisme in het hart dat de Russische onderdrukkers dagelijks wondden. Zij is een der vier dochters van een leeraar in de natuurkunde en onder-inspecteur aan een gymnasium voor jongens. De vader heeft geen fortuin, de moeder sterft vroeg. Zij en haar oudste zuster Bronia, begaafd maar zonder genie, zouden een hoogeschool willen volgen. De Russische universiteiten echter zijn niet toegankelijk voor vrouwen. In de verte, maar op een horizon die onbereikbaar schijnt, roept hen de Parijsche Sorbonne. Om de studies van Bronia te bekostigen verhuurt Marie zich gedurende zes jaren als gouvernante. Wanneer die eerste tijd van beproeving verstreken is, vertrekt zij op haar beurt naar Parijs. Zij arriveert in 1891 in de Ville-Sirène en logeert aanvankelijk bij Bronia, ondertusschen getrouwd met een landgenoot, en wonend in de Rue d'Allemagne, in een uithoek van Parijs.
Om geen minuut te versnipperen in de gezellige verstrooiingen van een jong huishouden installeert zij zich weldra in een zolderkamertje van het Quartier Latin. Voor haar gansche levensonderhoud en de kosten harer studies beschikt zij over veertig roebel per maand, anderhalven gulden per dag. Zij leeft van een homp brood en een paar vruchten in de bibliotheken (om vuur en licht uit te sparen), in de lokalen der Universiteit, zonder vrienden, in een volslagen isolement. Zij studeert wiskunde en physiek. Wanneer zij haar eerste diploma's behaald heeft, maakt zij in 1894 bij toeval kennis met Pierre Curie. Zij is ondervoed, uitgeput, slecht gekleed, doodarm, maar de blik van Pierre Curie heeft haar onderscheiden onder de gansche bevolking van 't Quartier Latin, van Parijs, van Frankrijk, als het onvergelijkelijke evenbeeld waarnaar hij haakt en snakt. Pierre, acht jaar ouder dan Marie, heeft uitvindingen gedaan vanaf zijn twintigste jaar. Hij is de zoon van een protestantsch dokter, voltairiaan, positivist, rationalist. Pierre is een dier zeldzame en volmaakte naturen bij wie het intellect intuïtie werd, en de Rede instinct. In zijn vaderland is hij nauwelijks bekend, maar hij wordt reeds gewaardeerd door mannen als Lord Kelvin.