De kolonisten
Hetgeen de Franschen voornamelijk interesseerde, al bekennen zij 't niet was de kwestie der koloniën, want ieder voelt vaag maar duidelijk dat dit punt als nummer een of twee op de lijst staat, die na de absorptie van Oostenrijk methodisch door Hitler zal worden afgewerkt. Sinds half December van het vorig jaar doen hier de vreemdste geruchten de ronde over Kameroen. Op een goeden morgen - op 16 December om nauwkeurig te zijn - ontving de gouverneur dezer voormalige Duitsche bezitting, thans Fransch mandaat, onvoorziens een telegrafisch bevel van het Ministerie van Koloniën dat hem gelastte het garnizoen te mobiliseeren, de haven van Douala te versperren, schietoefeningen te houden en de inlandsche bevolking te alarmeeren. Een Duitsch oorlogsschip, begeleid door twee vrachtbooten, geladen met manschappen, was gesignaleerd in de buurt, en te Parijs schreef men dit transport de slechtste bedoelingen toe. Inderhaast improviseerde het militaire commando de urgentste maatregelen tegen een troepenlanding en den volgenden dag kwam inderdaad het Duitsche schoolschip Schlesswig-Holstein in 't zicht, vergezeld ven den ravitailleerder Schwarzes Meer, die een oefentocht maakten rondom het Afrikaansche continent. Zij brachten die gebruikelijke beleefdheidsbezoeken aan de autoriteiten en konden constateeren dat zij verwelkomd werden op voet van oorlog.
Niets van dit zonderlinge incident dat een zeldzaam wantrouwen verraadt op het Ministerie van Koloniën, is uitgelekt in de groote Fransche pers.
Pas op 30 December maakte de Action Française gewag van een onverhoedsche mobilisatie die samenviel met een gevreesd bezoek, en slechts enkele schaarsche koloniale organen namen nota van deze verwonderlijke informatie. Beraamden de Duitschers werkelijk een Putsch? Hebben zij de Franschen willen plaatsen voor een fait accompli, waartegen Parijs alleen in beroep kon gaan door een oorlog te accepteeren in Europa? Of heeft de Minister van Koloniën een overdreven nervositeit aan den dag gelegd? Deze vragen zullen voorloopig onbeantwoord blijven. Maar ondanks het zwijgen der kranten zijn de verhalen van het alarm niettemin langs allerlei omwegen doorgesijpeld in het publiek. Bij sommigen wekten zij een gevoel van beklemming. Aan de meesten gaven zij het vermoeden dat er iets op til is, dat er gebeurtenissen in wording zijn welke men oneindig liever goedschiks ondergaat dan kwaadschiks en waarvan de leiding in ieder geval niet ontsnappen mag aan Fransche handen.