Om een titel
Men bedwelmde zich aan woorden, aan beelden, aan grandioze fresco's, die als verrukkelijke visioenen heen en weer togen, en men zamelde geld in. Dat was het lastigste niet. Men behoefde slechts te spreken in naam van het Front Populaire en de dubbeltjes rolden bij millioenen. Ook de cineast, de spelleider, de regisseur wees zich als vanzelf aan: Jean Renoir, een geestverwant, en auteur van verschillende onbetwistbare meesterwerken, die tegelijk successen waren, juist wat men noodig had. De moeilijkheden begonnen pas bij het kiezen van een titel. Hij mocht niet mak zijn maar ook niet te fel. Hij moest ontzag inboezemen maar geen schrik. Hij moest populair klinken, desnoods vulgair, maar niet banaal. Hij moest een dosis lyriek bevatten, maar ook een dosis nuchter verstand. Daarbij moest hij sensationeel zijn. Op het eerste gezicht moest men zeggen: dat is raak. Hij moest ook vertaalbaar zijn en universeel verstaanbaar. Hij mocht geen historisch luchtje hebben. Geen pedanterigheid. Geen schoolmeesterij. Hij moest luiden als een klok, loeien als sirenen, overrompelen, ontvlammen, schetteren als fanfares, grommen als een donder, en daarbij humaan blijven, niemand bang maken, niemand het land opjagen of in 'n harnas. En zoo voort.
Maandenlang matte men zich het brein af, want de beelden der Revolutie zijn menigvuldig, en na een krampachtig hoofdbreken en eindelooze deliberaties werd besloten den weergaloozen film den titel te geven van ‘La Marseillaise’. Men had daar den eersten dag aan kunnen denken doch per ongeluk wilde de helft der C.G.T. niet hooren van de Marseillaise. Zij zwoer bij de Internationale. De Marseillaise, die onder Napoleon voor revolutionnair gegolden had en verboden werd, was onder de regeering der twee Léon's bezwangerd met geurtjes van reactie en fascisme. Men geloofde niet meer aan de Marseillaise. Zij was versleten. Zij had haar dynamisme verloren, haar karakter. Haar melodie was verburgerlijkt, verweven met te veel pantoffelreminiscenties. Na de Revolutie te hebben ingeluid had zij te veel dorpskermissen geopend, prijs-uitdeelingen van de lagere school, concoursen van fokvee en bloemencorso's. Zij smaakte voortaan, en tot in alle eeuwigheid, officieel, conformistisch en platvloers.