Het onweer
Zoo naderen wij den 30sten Januari, de vijfde verjaardag van den triomf der Hakenkruisers. Slechts uit kleine nuances in de feestelijkheden, gedempter dan vorige keeren, zou kunnen worden afgeleid dat er iets hapert, dat er iets broeit en smeult. Dan barst op 4 Februari plotseling het onweer los. Gelijk Jupiter Tonans heeft Hitler de wenkbrauwen gefronst en zijn bliksems geslingerd. Von Blomberg verdwijnt uit zijn aanschijn. Von Fritsch wordt afgezet. Veertien andere generaals krijgen hun boterbriefjes. Negen en veertig generaals worden verplaatst, de meesten naar ondergeschikte posten. Zestig kolonels zijn in ongenade. Honderden officieren dienen hun ontslag in. Het Duitsche oppercommando en het Duitsche commando zijn gedecimeerd. Misschien gedesorganiseerd. Naar de meeste waarschijnlijkheid is de offensieve weermacht van Duitschland verzwakt, al kunnen wij niet schatten in welken graad. Eveneens verminderden de mogelijkheden van Hitler. Want zulke massa-executies, ook al krijgen de slachtoffers geen kogel in den nek gelijk te Moskou, zetten kwaad bloed. Eendracht maakt macht. Doch macht kon hier geen eendracht maken.
Is het gewaagd te meenen dat de authenticiteit van het geheim rapport der officieren van den ouden trant zijn bevestiging vindt in de evenementen? Wie de zekerheid bezat van die authenticiteit had in groote lijnen kunnen voorspellen, zonder gevaar zich te vergissen, welke beroeringen zijn publicatie enkele maanden later automatisch zou aanrichten in Duitschland.
Zelfs ten deele echt, of ten deele vervalscht, moest die openbaarmaking te Berlijn werken als een bom. Wij hadden die zekerheid niet welke ons veroorloofd zou hebben veilig te orakelen. Doch de Franschman die zich het ‘sensationeele document’ verschafte en het aan 't licht bracht, had honderd procent kans om den spijker op den kop te slaan. Na de noodige waarborgen verkregen te hebben wat zijn uitgangspunt betreft behoefde hij slechts de methode toe te passen van Edgar Poe.