Een ontwerp
Na dit hors-d'oeuvre werd de hoofdschotel aangebroken. Met een paar Zondagsche redevoeringen waarin geducht gescholden werd op de zoogenaamde journalisten, die, rijkelijk betaald, de republikeinsche militanten, inzonderheid de socialisten, onteeren, die de besten afkeerig maken van het bewind, die aldus van lieverlede de democratische instellingen steriliseerden, en met een paar meetings tegen de bandieten, de trawanten, de vrijbuiters, de roovers der corrupte pers, bracht men de thermometers en barometers op het gewenschte peil, waar ze onweer aanwijzen en broeierige hitte.
Zoodra het effect verzekerd scheen, vergemakkelijkt door het kabaal over het geweldige pseudocomplot, riep Vincent Auriol de commissie van civiele wetgeving samen, diende een ontwerp in en vroeg de spoedbehandeling om in de kortste keeren de Kamer te bereiken. Auriol is de minister van Justitie die nog steeds niet kan verkroppen dat sommigen het geniaal beheer van Auriol als minister van Financiën maar matig gewaardeerd hebben. Hij is ook de recalcitrante gefailleerde die de curatoren en de rechters aansprakelijk stelt voor zijn bankroet. Dat schrijven tenminste ‘de rijkelijk betaalde bandieten eener zoogenaamde journalistiek’.
Zijn wetsontwerp behelsde, dat voortaan de uitvoer verboden zou worden der dagbladen die op de eer, het prestige, en de waardigheid, moreele krachten van Frankrijk, zouden inbreuk maken, en tegelijk dat die aanrandingen beschouwd zouden worden als misdrijven. Dit wil zeggen dat hun daders verantwoording zullen afleggen tegenover de correctioneele rechtbank, waar hun veroordeeling zoo goed als vaststaat. Indien het misdrijf behandeld werd als misdaad zou de strafbare voor een jury moeten verschijnen, en drommels, het zou kunnen gebeuren dat een jury zich minder plooibaar toont dan een magistraat wiens carrière afhangt van een minister. De gezworene, bij loting gekozen, behoeft zich aan zulke betrekkelijkheden niet méér te storen dan hem belieft. Auriol heeft waarlijk aan alles gedacht.