Een geheim
Daar schuilt een geheim achter dat met smoesjes niet kan worden opgeklaard. Is het niet eveneens een geheim, in ieder geval een bijna onbegrijpelijke flater, waarom de Franschen op den internationalen wedstrijd van dezen herfst te Zürich, zich smadelijk lieten kloppen door de Duitschers? Zij zonden een Dewoitine die vijf jaar oud is naar die competitie terwijl de Morane 406, een verbeterde editie van den 405, die 490 k.m. haalt, kant en klaar gereed stond, om te zwijgen over den Caudron, geleverd aan de Russen, die zich haasten hem te fabriceeren en gros. Of is 't wellicht geen raadsel piloten, ingenieurs en vak-journalisten op het terrein van Villacoublay steen en been te zien klagen over ontoereikendheid der techniek, met bewolkte gezichten te hooren jammeren en treuren over inferioriteit en achterstand tegenover een machine als de twee-motorige bombardier Lioré 45, die met complete toerusting, met een gewicht van tien ton de lucht doorklieft in een vaart van 483 k.m. per uur? Welke mogendheid heeft jagers in dienst die, met volle bewapening wel te verstaan, dezen vijand zullen achterhalen? Geen enkele. Over zes maanden echter kunnen er in Frankrijk drie honderd dezer Liorés vliegen. Als per ongeluk die toestellen nog slechts goed zouden blijken voor een verre kolonie (Indo-China b.v.!) dan staat voor Europa de Hanriot 220 in reserve, welke hoewel zoo goed als gereed nog niet in 't openbaar vertoond is, en die met drie kanonnen en twee mitrailleuses geschat wordt op 520 k.m. per uur. Ronduit gesproken, ik begrijp die jeremiades niet vanuit een technisch standpunt.
Het is waar dat deze presentatie versomberd werd door de jongste records van den Heinkel en den Messerschmitt, die de Italianen overvleugelen voor wie de Franschen moesten zwichten. De gansche pers, en ditmaal ook de supporters van den minister, heeft zich met een wilde furie geworpen op de cijfers (606 k.m. voor den Messerschmitt, 504 k.m. voor den Heinkel) alsof reeds het geheele Duitsche luchtleger vliegt in dit tempo. Alleen de deskundigen trachten bedeesd uit te leggen waarom men een renpaard niet mag vergelijken met een rijpaard, waarom de Messerschmitt ongeveer 200 k.m. zal verliezen wanneer hij normaal en militair wordt opgetuigd, en waarom men zich niet behoort te laten verschrikken door een Heinkel voor wie een Amiot 340, een Hanriot 220, een Bloch 170 niet onderdoen, ook al streven zij niet naar records, die in de alledaagsche practijk meer bluf zijn dan werkelijkheid. Maar de ‘publieke opinie’ marcheert niet. Zij wil niet gesust worden. Zij eischt jagers die in het emplooi van gewone trekpaarden zes honderd kilometer verslinden. Men heeft ze trouwens reeds bijna: de half-voltooide Caudron 712.