Interessante momenten.
Ongetwijfeld, dit proces is interessant, want men heeft niet dikwijls de gelegenheid om respectabele lieden bij te wonen in hun slordigste négligé, of aan de kaak gesteld te zien in hun hemd. Als Tardieu b.v. aan de rechtbank dertig gefotografeerde brieven overhandigt van den Colonel, vol van de onderdanigste toewijding, dankbaarheid en vereering, van de La Rocque die beweert hem nauwelijks gekend en slechts één keer in zijn leven ontmoet te hebben. Of als de Colonel, die de getuigenis van den gestorven Doumergue inriep, loochent een démenti gekregen te hebben van Doumergue's vrouw, en even later bekennen moet dat hij van haar een brief ontving, geschreven in termen die hem striemen als het gloeiend ijzer den schouder van den galeiboef. Dat zijn momenten welke een kijk gunnen op de kronkels waarin iemand zich vermag te wringen die als de La Rocque geparadeerd heeft met een masker. Het zijn momenten waarin men iemand kan oordeelen die speelde voor ridder en held.
Het zijn eveneens momenten waarin men de volkspsychologie kan peilen tot den bodem. Want waan niet dat ook maar één enkele der aanhangers van den Colonel, wanneer hem zulke upper-cuts worden toegediend, den moed voelt zinken, of dat een aarzeling zijn moreel bekruipt. Neen, evenmin als de La Rocque zelf, en dat is stellig het hinderlijkst voor een toeschouwer die alle vijf bij elkander meent te hebben. Men zou haast gelooven dat in de jaren welke achter ons liggen en waarvan dit proces de balans opmaakt, het conservatieve deel van het Fransche volk boven alles behoefte had, sommigen bewust, de meesten onbewust, aan een held op sloffen. Gaarne wilden zij declameeren en de figuranten leveren voor een poppekast, maar in 's hemels naam geen pink verroeren in ernst. Wellicht is 't bij de revolutionnaire helft der natie ook zoo, en waarschijnlijk kan men voor beiden de conclusie trekken dat een pop, welke het volk eenmaal koos tot populaire afgod, zich op 't gebied van vermomming, veinzerij en fictie alles mag veroorloven, en onverschillig wat, zonder gevaar van een zijner aanbidders daardoor te ontnuchteren. Zóó weinig gezond verstand, intellect en intelligentie is er in een twintigste eeuwsche massa! Geen zier meer dan in een massa van twintig of dertig eeuwen geleden.