Opzienbarende motie
Het was ook onder den drang der Jeunesses Radicales dat de Partij de eenige dagorder stemde waaruit practisch nut had kunnen voortvloeien, omdat het betreffende de financiën een standpunt vertolkte waar de Communisten en Socialisten hun bondgenoot niet konden volgen. De lotgevallen van die dagorder waren nog dramatischer dan het duel Cot-Sableau. Nauwelijks was het aanvaard, of de driehonderd aanwezige journalisten en de vijftig Kopstukken der Partij stormden naar de telefoon. Alle Parijsche redacties en ministeries werden op stelten gezet. Het slot was, dat na een telefoontje van Blum, de besluiten gewoonweg nietig werden verklaard en geannuleerd. Dit verhinderde niet dat de explosieve dagorder liet merken uit welken hoek bij de Radicalen de wind woei of dreigde te waaien. Maar dat belette ook weer niet dat de onschadelijke, schipperende eindbesluiten van het Congres met algemeene stemmen op één na werden aangenomen. De mankeerende stem behoorde aan Sableau. En ook dat was geen bezwaar voor de Jeunesses Radicales die unaniem hadden vóórgestemd, om aan hun chef onverwijld een adres van solidariteit, toewijding en ongeknakte trouw te richten, met welk adres Sableau zich dankbaar vergenoegde.
Voor den buitenstaander lijkt dat allemaal verward, kinderachtig gebazel, en poppenkasterij. Het is binnenlandsche politiek, en als zoodanig niet geheel te versmaden of te verguizen, want met de methoden waarmee men een Partij redt wordt ook de idee gered en gewaarborgd. De invloed der Jeunesses Radicales is juist voldoende om tegenover de bondgenooten te dienen als alibi: wij hebben de eenheid van het Front Populaire gehandhaafd tegenover die lastige rekels, of als wegwijzer: gevaarlijke kruising, overweg, plotselinge helling, verminder de vaart, houdt rekening met deze weerbarstige, onbesuisde snaken. Die invloed is ook nog juist zwak genoeg (numeriek vormen zij ongeveer één kwart der Partij) dat de jonge Radicalen zich geduldig en gewillig schikken in het hen toegewezen emplooi.