Symptomen
Gedurende dezelfde Duitsche Week, terwijl de Franschen de première zagen van ‘Patrioten’, waarin de officieren van een Franschen krijgsraad (zij hebben een gevallen vliegenier te veroordeelen, verdacht van spionnage) zoo kordaat, ridderlijk, loyaal, edelmoedig en sympathiek worden uitgeteekend, kwam te Parijs de tijding binnen dat het zingen van het beruchte, veelbelovende lied Siegreich wollen wir Frankreich schlagen voortaan verboden zal zijn in Duitschland.
Dat bevel is een nietige aanduiding van de waarde welke de Duitschers hechten aan de vriendelijkheid zoo niet de vriendschap van Frankrijk, aan een goede pers en 'n gunstige publieke opinie in dit land. Maar die nietige aanduiding is een der menigvuldige symptomen van hoogeren prijs, wier getal een aantrekkingskracht vormt. Ook de Duitsche Week overschrijdt de ruimste grenzen der beleefdheidsbetuigingen en kan slechts opgevat worden als een scène de séduction in optima forma.
Wat te denken van die symptomen? Hoe ze te duiden? Hoe ze te rijmen met de theatrale vriendschapsbetuigingen tusschen Berlijn en Rome, waar Rome zich elken dag meer en meer ontpopt als de nieuwe Fransche erfvijand? Hoe ze te begrijpen in het perspectief der spil Berlijn-Tokio, verlengstuk van de as Berlijn-Rome, die dwars de lijn Parijs-Moskou snijdt? Tusschen Frankrijk en Duitschland deed Japan zijn keuze en vermoedelijk een slechte. Of hoe deze overdreven plichtpleging, welke Frankrijk zich niet alleen passief laat welgevallen doch waaraan het positief meewerkt, hoe deze liefelijkheden passend te maken bij de intiemste overtuigingen van beide gouvernementen, zoowel van het Fransche als van het Duitsche?
Het stuit zonder twijfel tegen de borst te veronderstellen dat al die bloemen zouden moeten dienen om een afgrond te bestrooien, te bedekken, te verbergen, en toch bestaat er, zoolang de werkelijkheid blijft gelijk ze is, geen aannemelijker verklaring dan deze welke men zou kunnen toelichten met menige bladzijde van Macchiavelli. Doch des te beter ten slotte. Zoolang men niet van leer trekt is het aangenamer, en zelfs voordeeliger, om in een sfeer van hoffelijkheden te verkeeren dan te midden van speldeprikken.
[verschenen: 20 september 1937]