Communisten en de Fransche Senaat
Zij verwachten 700 à 800 zetels te winnen bij de Cantonale verkiezingen, die voor de deur staan
Parijs, 22 Augustus [1937]
De tijd vliegt om. Nog enkele dagen en Frankrijk zal weer volop zitten in den stembusstrijd van de verkiezingen welke zij de Cantonale noemen. Dit wil zeggen, in goed Hollandsch, de verkiezing der kiezers die de kiezers kiezen, die den Senaat kiezen.
Daar de methode volgens welke de Senaat benoemd wordt eigenlijk een selectie is in den derden trap, en waarvan de consequenties slechts op langen termijn merkbaar zijn, zou men oppervlakkig de Cantonale Verkiezingen kunnen opvatten als een zaak van zeer ondergeschikt belang. In gewone perioden waren zij dat ook, en een ontwikkelde citoyen, die op school lessen krijgt in ‘burgeronderwijs’ zal u niet eens kunnen mededeelen hoe dikwijls ze plaats grijpen. Doch dezen keer, nu alles tot den bodem vergiftigd is met politiek, worden zij te recht of ten onrechte beschouwd als een soort plebisciet vóór of tegen het Front Populaire. Omdat men noch de kranten gelooven kan, noch de ministers die elken Zondag orakelen, noch de député's van lager en hooger huis die gedurende de vacantie het land hebben afgereisd, omdat men noch de statistieken gelooven kan, noch de staats-courant, noch de radio, kortom niets en niemendal, neemt men de Cantonale Verkiezingen te baat om te speuren uit welken hoek de wind waait, wat het Fransche proefkonijn in zijn binnenste denkt over de situatie waarin het zich bevindt, hoe het gaat met de roodvonk en mazelen waarmee het ligt opgescheept, en hoe het zich voelt.
Over deze kwestie agiteert het geheele volk zich zonder rust of duur sinds de Communisten enkele weken geleden hebben bekend gemaakt dat zij erop rekenen 700 à 800 zetels van arrondissements-raden en algemeene raden in de wacht te sleepen. Dat is volstrekt niet onmogelijk. In alle lagen der maatschappij hebben de bolsjewisten, met een handigheid welke men nimmer van hen verwacht zou hebben, een zeer knap en kunstig sappeurswerk verricht. De voornaamste posities hunner tegenpartijen zijn ondermijnd en staan op springen.
Zij maakten zich meester van alle vooruitgeschoven posten der Socialisten. Zij drongen binnen in alle bestuurs-comité's der groote Arbeidersfederatie, waar de almachtige [woorden ontbreken] pro forma en zoolang zij 't hem veroorloven. De onderwijzersbond, op wier jaarlijksch congres de parlementaire democratie voor dood en morsdood verklaard werd door den secretaris-generaal van de meerderheid der schoolmeesters, die onderwijzers-bond welke zich ‘nationaal’ noemt is doordrenkt van den communistischen geest.