Een voorstel
Het was in dit voorjaar, dat A.-Ch. Morice, belast met een enquête in een geruchtmakende affaire van wapen-contrabande, waarbij aanzienlijke politieke personages betrokken waren, op de bureaux van Le Journal relaties aanknoopte met zekeren Ivan Ivanowitch. De man won zijn vertrouwen door het verstrekken van inlichtingen welke bij nauwgezet onderzoek juist bleken. Een poos later, toen deze geschiedenis van de baan was, belde de vreemdeling met den dubbel Russischen naam Morice opnieuw op en vroeg hem een rendez-vous voor een zaak die hem stellig zou interesseeren. Zij ontmoetten elkaar in een duur hotel, en daarna in verschillende andere dure hotels, want Ivan Ivanowitch verwisselde onophoudelijk van domicilie en keek niet op 't geld.
Na eenige aanstalten kwam de Rus op de proppen met een onderneming waarvoor hij de medewerking noodig had van een Fransch journalist, die niet kwaad aangeschreven stond bij Franco, doch neutraal genoeg was om een spoedigen afloop te wenschen van den Spaanschen burgeroorlog. Door injecties welke hem zelf niet konden schaden, zou Morice in Wit Spanje rondreizen en optreden als verbreider eener kwijnende ziekte, die niet eindigde met den dood, maar die gedurende een periode van ongeveer vijf maanden ieder die ermee werd aangetast zou ontzenuwen, verslappen, verlammen, allen moed en elke fut zou ontnemen. Als voorschot op het loon voor dezen dienst offreerde Ivan Ivanowitch aan Morice een bedrag van vijftig duizend francs in contanten. Hij zou over een auto beschikken, een chauffeur en alle wenschelijke tegemoetkomingen. Wanneer Morice gevaar duchtte voor zijn eigen persoon, was de Rus bereid hem zijn leven te assureeren voor vijf honderd duizend francs bij een maatschappij zijner keuze. Om hem bij zijn terugkeer in Frankrijk te immuniseeren voor zijn verwanten en kennissen zou hem na den tocht een tweede piqûre worden toegediend welke de eerste injectie onschadelijk maakte.
Als goed journalist hoorde Morice deze voorstellen aan zonder de wenkbrauwen te fronsen. Hij vroeg beraad om het terrein te verkennen bij Franco, dien hij vreesde ontstemd te hebben door onthullingen van Italiaansche en Duitsche wapen-leveranties. Hij vroeg ook waarom de samenzweerders in wier naam Ivanowitch handelde en wier hoofdkwartier gevestigd was te Londen, niet liever Spanjaarden gebruikten voor de onderneming. Ivan gaf daarop het tamelijk plausibele antwoord dat men wegens de ontstentenis van een effectief centraal gezag bij de Rooden, en wegens hun onderlinge verdeeldheden, geen voldoende zekerheid bezat dat de bacillen-gezant zou belanden bij de Witten, en door de anarchisten b.v. niet gebezigd zou worden tegen de marxisten, of andersom.