Wat beteekent dat alles?
Laten wij een oogenblik anticipeeren op de schuld van de La Rocque om het belang der affaire in 't volle licht te zetten. De generaal der Fransche fascisten, de aspirant-dictator, verkoopt zijn diensten aan het gouvernement der Republiek dat hij kwansuis bestrijdt. Door dezen handel verdienen de Republikeinsche staatslieden prima onze oprechte en matelooze bewondering.
Wat evenwel kunnen wij secundo afleiden uit den koop? Dat de La Rocque aangewezen was om een volksbeweging, gevaarlijk voor het Bewind te kanaliseeren, te neutraliseeren, te manoeuvreeren naar een dood spoor. Of dat colonel de La Rocque behalve voor deze bezigheid, op den koop toe gebruikt is als boeman, als vogelverschrikker, om een alliantie der drie heterogene partijen, die het Front Populair vormen, te bevorderen, te vergemakkelijken, te verhaasten. In beide hypothesen wordt de La Rocque een verrader die nergens zijns gelijke vindt, maar wien alles gelukt is. Beide hypothesen hebben ten overvloede het voordeel dat zij verduidelijken waarom een aanvankelijk zeer energieke nationalistische stormloop in Frankrijk verzandde. Alles wat in de tactiek van den colonel voor onoplosbare raadselen plaatste, zijn talmen, zijn snoeven, zijn dralen, zijn bluffen, zijn mobilisaties, zijn défilé's, zijn oefeningen in den nacht of in den vroegen morgen, alles wordt plotseling glashelder en volmaakt begrijpelijk. Elk zijner daden verrichtte colonel de La Roque in service commandé, op order van zijn gouvernement.
Wat echter moet, parallel daarmede, afgeleid worden uit het feit dat mannen als Tardieu (die de La Rocque salarieerde van af 1932) dat mannen als Pozzo di Borgo en colonel Guillaume, het oogenblik gekomen achten om colonel de La Rocque van zijn voetstuk te werpen, om hem, die voor de brave en bedotte lieden het nationale geweten belichaamde, te verlagen tot marionet en lakei van het gouvernement, en hem ten slotte den strop om te doen? Waarschijnlijk dat er veranderingen op til zijn. Zeker dat gewichtige veranderingen dringend noodig geoordeeld worden in sommige sferen.
[verschenen: 10 augustus 1937]