Balansen
Redeneeringen van zoo grof kaliber lokken tegenspraak uit, te meer omdat men zich ter gelegenheid van een exceptioneelen verjaardag geneigd voelt tot het opmaken eener balans. Blum had nauwelijks het sein gegeven of iedereen kwam aangedragen met een rekening en verantwoording. Wat een balansen!
Daar is eerst de diplomatieke balans. Tamelijk vriendschappelijke betrekkingen met Engeland en de U.S.A., waarvan men hopen moet dat zij in 't uur des gevaars niet platonisch zullen blijven. Daar staat tegenover: afval van België. Italiaansch-Duitsch verbond. Duitsch-Japansch verbond. Accoord tusschen Rome en Belgrado. Pacifieke penetratie der Duitschers in Yoegoslavië. Roemenië tusschen twee hooi-schelven. Ontwrichting en verbrokkeling der Kleine Entente. Isolement van Tsjechoslowakije. En als eenig lichtpunt in dezen chaos: de problematische sympathie der perfide Moscovieten, die elkaar uitmoorden na het Siberië der Tsaren gerehabiliteerd te hebben.
Daar is de financieele balans: Toeneming der Openbare Schuld, met vijf en dertig milliard. Honderd millioen per dag! De Staatsfondsen gemiddeld 40% gezakt. Een verlies van twintig milliard aan goud. Devaluatie ondanks alle gezworen eeden, en devaluatie ten overvloede die spaakloopt omdat ze niet hielp.
Daar is ook de sociale balans: Veertig-urige arbeids-week. Loonen verhoogd met 20 à 50%. Betaalde vacantie. Geringeloorde en gemuilkorfde patroons. De werkman voor meer dan twee-derde baas in de fabrieken. Doet wat hij verkiest. Hamert den ganschen dag op één spijker. Schroeft acht uren denzelfden bout. In Le Hâvre mag een kraan die vijf ton kan tillen op bevel der vakvereeniging van dokwerkers slechts 750 kilo heffen! Heb medelijden met de kranen, de bokken, dommekrachten en domheidsmachten. Tevergeefs, ondanks al die tegemoetkomingen, capitulaties van het gezond verstand, en opofferingen, meer dan vijf duizend stakingen in één Blum-jaar. Honderd per week! Ontelbare relletjes met dooden of gewonden. Dat houdt niet op. Dat blijft voortduren. Elken dag neemt de haat, de verbittering, de onhandelbaarheid van den werkman nog een scheutje toe, als rheumatiek bij nat weer.
Daar is vervolgens de economische balans: Keldering der productie. Bankroet van den export-handel. Prijsstijging der voornaamste levensbehoeften. De boer van regeeringswege gedwongen zijn graan te verkoopen beneden wereldkoers, zijn graan dat zoo lang het duurste was der heele aarde. Want het brood, dat reeds opsloeg van 1.60 tot 2.40 per kilo, mag niet duurder worden. Met-dat-al verdient een boerenknecht 28 francs per dag tegen 60 francs, en meer, voor een fabrieksarbeider. Is het wonder dat de boeren deserteeren waar zij kunnen, en dat zelfs de vreemde werkkrachten (Polen, Serviërs, Noord-Afrikanen) een hoogen toon aanslaan?