‘Le Peuple’
Zoo worden twee Fransche stuivers verheven tot een politieke factor van den eersten rang. Want ‘Le Peuple’, het orgaan der Arbeidersfederatie en van den vervaarlijken Jouhaux, na alles wijd en breed gewikt te hebben, besloot tot prijsverhooging. Het blad had kunnen putten uit de kas der Confederatie, welke door de contributie zijner honderdduizenden adhaerenten over kapitalen van millioenen beschikt. Jouhaux echter vond deze eerlijke fraude ongepast in een onderneming die zichzelf moet kunnen bedruipen om onafhankelijk te zijn, zelfs tegenover haar leden. Deze houding, waardoor de directeur zich schaart in het kamp der uitzuigers, verdient een bravo, want zij zal hem lezers kosten. Ook Le Populaire, het orgaan van Blum, gedroeg zich fatsoenlijk.
Tijdelijk geredigeerd door Bracke, socialist en philoloog in de klassieke letteren, had de krant zich om subsidie kunnen wenden tot de Geheime Fondsen, welke de voorzienigheid zijn en de reserve van zoovele groote en kleine kranten die een dienst altijd gaarne beloonen, met een wederdienst. Doch onder de Fransche socialisten treft men nog altijd mannen aan van het oude zaaisel der republikeinsche voorvaderen, even onberispelijk als eigenzinnig, die liever zullen verkommeren dan uit de hand te eten van een gouvernement, al ware het de hand van Leon Blum, en hun vrijheid te verkwanselen voor een gunst.
Met wijdloopige artikelen heeft Le Populaire zijn publiek uitgelegd waarom de administratie zich gedwongen ziet de partij te kiezen der twee stuivers en welke rechten zij heeft op de bewondering, de vergiffenis, den trouw en den steun harer lezers. Ook L'Oeuvre, steunpilaar van het Front Populaire, hoewel eigendom van een bankier, heeft met den dood in 't hart het bittere brok geslikt en schikt zich in het risico, na in een tiental welsprekende vermaningen zijn lezers aangespoord te hebben tot een verknochtheid die voor twee Fransche stuivers dreigt te wankelen.