De weddenschap
Parijs, 12 Mei [1937]
Misschien zal de vertelling eenmaal opgenomen worden onder de fabels, naast den Ring van Polycrates, het souper van Don Juan met den Steenen Commandeur, Faust die zijn ziel verpandde, Ezau met de linzensoep, en andere wonderbaarlijke geschiedenissen. ‘Blum die zijn Kabinet verwedde’ klinkt niet slecht als titel. Het verhaal heeft 't voordeel van gegarandeerd te zijn als echt door de Staatscourant.
Het drama voltrok zich tijdens een zitting der Kamer. Het woord was aan Fernand-Laurent, député van Parijs, en lid der oppositie. ‘Mijnheer de Voorzitter van den Ministerraad’, zei Fernand-Laurent, ‘in October 1933 heeft de heer Daladier die tegen u en mij zijn ministerie verdedigde een vers aangehaald van Juvenalis dat waarlijk als een der schoonste gedachten kan gelden ontsproten aan het menschelijk brein: “Het is beter het leven te verliezen dan te verliezen wat het leven zin geeft.” Et propter vitam vivendi perdere causas!’
Dat sloeg op het ministerieele leven van Blum, die om te bestaan zijn redenen van bestaan een voor een kwijtraakt. ‘Het vers is niet van Juvenalis’, interrumpeerde Mijnheer de Voorzitter van den Ministerraad, die de reputatie heeft van een geletterde.
‘Het spijt mij ten zeerste, Mijnheer de Voorzitter van den Ministerraad, u te moeten tegenspreken. Het vers is wel degelijk van Juvenalis.’
‘Het vers is van Lucretius’, houdt Léon Blum vol.
‘Wilt u een weddenschap met mij aangaan?’ riposteerde Fernand-Laurent. ‘Mijn mandaat van député tegen de demissie van uw kabinet voor ultimo dezer’.
‘Top!’ antwoordt Blum in een bui van overmoed. ‘Mijn ministerie mag vallen als het vers van Juvenalis is. U hebt verloren, niet waar?’