Een operette
Als de Parijzenaars echter zich nog moeten paaien met een datum die denken doet aan sint-juttemis, de tentoonstelling heeft reeds haar operette. Zij heet ‘Trois Valses’, werd verwelkomd met fanfares, en in de stemming van zwartgalligheid waarmee alleman naar de Expositie uitkijkt, borduurt zij het zilveren randje aan de sombere volk.
Haar handeling is ontleend aan de actualiteit. Drie walsen, drie tentoonstellingen. De eerste, die van 1867, vond plaats onder de regeering van Napoleon III en Hortense Schneider, bijgenaamd ‘Passage des Princes’. Alle soevereinen van Europa kwamen haar bezichtigen, niet alleen de Expositie maar ook Hortense, die zich baadde in champagne, welke daar, volgens de legende, gebotteld werd in flesschen. Men zag er den koning van Pruisen, den kanselier Bismarck, den tsaar aller Russen. Zij bespraken een loge in het Théâtre des Variétés en applaudisseerden Hortense in La Grande Duchesse de Gérolstein. Een couplet van Offenbach, in burlesken toon, somde de naties op welke zich kwamen bedwelmen aan de bekers der Parijsche vreugden.
Een jong officier, Octave de Chalencey, markies van geboorte, en huzaar dat spreekt vanzelf, is tot over de ooren verkikkerd op deze Hortense, aan wie men in Trois Valses het pseudoniem gaf van Fanny Grandpré. Hij wil haar trouwen wat hem zijn rang zou kosten in het leger en in de mondaine wereld. Maar de danseres offert liefde en geluk op aan haar plicht. Om hem zijn galons te laten behouden en zijn tressen geeft zij haar luitenant den bons. Een zwerm danseuses, een aartsvaderlijke familie-raad, de impresario's van Offenbach en de trompetten eener militaire parade in de Tuilerieën maken dit bedrijf uit den goeden ouden tijd levendig en bekoorlijk. Men walst op muziek van Johann Strauss, senior.
De tweede tentoonstelling is die van 1900, onder President Loubet, en staat in het teeken van het Restaurant Maxim's met zijn beroemden chasseur. De markies verwekte een zoon, Philippe, dandy en losbol, die zijn fortuin verbrast in een décor dat trouw den lint-wurm-stijl copieert van dat verre tijdperk, en in gezelschap van fuivers en courtisanes. De prima donna Fanny kreeg een dochter, Yvette, die den naam draagt harer moeder en de familietradities voortzet. Als Philippe ontdekt dat zij het kind is der vrouw die zich opofferde om de militaire carrière te redden van zijn vader zou hij niets liever doen dan zich in haar armen werpen. Maar ook bij Yvette zwicht de passie voor den plicht, wat Philippe niet belet zich te ruïneeren aan het Parijsche bacchanaal. In dit bedrijf wordt gewalst op muziek van Johann Strauss, Junior.