Wat met vergat
Allen, tot wier ongenoegen of misnoegen Blum de teugels voerde van het bewind, verwaarloosden in hun diagnostieken en prognostieken een element dat aanvankelijk niet van den eersten rang scheen. Zij merkten slechts wat hij tegen zich had en tegen zich kon krijgen. Overbodig om dat ‘tegen’ nog eens op te sommen; men deed 't meer dan ruimschoots. Het ‘tegen’ was formidabel, en hoe langer men ernaar keek, tuurde en staarde, hoe formidabeler het werd.
Men lag er met den neus op en het werd tenslotte zoo kolossaal dat men niet meer bespeurde wat Blum vóór zich kon hebben. Wanneer iemand drie maanden terug geschreven had dat Blum nuttig was, noodig, noodzakelijk, onmisbaar, onontbeerlijk, een waar buitenkansje, een gunst der goden, wie zou dezen spectator niet beschouwd hebben als een amateur van excentrieke paradoxen? En toch! Zouden die verborgen, zorgvuldig vermomde eigenschappen van Léon Blum niet als de oorzakelijke reden verdedigd kunnen worden zijner gouvernementeele solidariteit? Bij gebrek aan beter, dat geef ik gaarne toe. Maar een reden moet er zijn, al ware het een minder goede.
Wij hervatten daarom het probleem van een diametraal tegenovergesteld standpunt, vanuit een gezichtshoek welke totnutoe werd verwaarloosd. Wat zien we? Zeker, Blum en diens socialistische trawanten zijn de stichters, de aanstokers, bestendigere eener menigte sociale, financieele, economische beroeringen, troebelen, wanorden, onzekerheden, van feitelijke, eventueele of virtueele catastrofen. Zooals Gaston Jèze, de fameuze advocaat van den Negus, deze week zei: ‘Het Front Populaire trekt een wissel op zichzelf en hoopt op een wonder.’ Of zooals L'Oeuvre bekende, een van Blum's ijverigste supporters: ‘Blum is aan 't bewind om maatschappelijke toestanden te verbeteren en de boekhouders kunnen ophoepelen.’
Moderne variant van Après nous le déluge Volgens de meeste waarschijnlijkheid loopt dat verkeerd af want het deficit der handelsbalans neemt toe in geweldige afmetingen en uit de openbare spaarkassen wordt elke maand voor honderden millioenen méér teruggevorderd dan ingelegd. Doch ‘plaie d'argent n'est pas mortelle’ beweert het oude Fransche spreekwoord. Men sterft niet aan een geld-kwaal, vooral niet nu, waar het begrip geld elastischer is dan het geweten der veertig roovers. En hoe 't ook afloopt, het zou onverstandig zijn om Blum en consorten niet de aansprakelijkheid te laten van hun beheer en van hun illusies. Het verdient zonder twijfel overweging dat op een mooien, of liever een leelijken dag de arbeiders-agitatie kan ontaarden in serieuze botsingen met het wettig gezag. Bij deze gelegenheid zal het voor ieder beter zijn dat hij die verantwoordelijk is voor de wanorde ook de onderdrukking commandeert.