Ter dood veroordeeld
Parijs, 21 October [1936]
Hoe men ook moge denken over de toelaatbaarheid van den oorlog, het zal nog lang duren alvorens desertie naar den vijand geldt als een bewijs van goed gedrag en een blijk van karakter. De mensch is zoo geschapen dat hij niet anders kan dan den lafaard instinctmatig te verachten. Geheel Frankrijk volgt dus met een spanning, die moeilijk haar malaise verbergt, het verloop der campagne welke eind-Augustus door het weekblad Gringoire is ingezet tegen de eer, de honorabiliteit van Roger Salengro, socialistisch burgemeester van Rijssel en Minister van Binnenlandsche Zaken. Destijds heb ik met een enkelen regel melding gemaakt van de openbare aanklacht. Sindsdien heeft zich een volumineus dossier opgestapeld over deze hachelijke zaak en de simpele rechtvaardigheid gebiedt mij om kennis te geven van zijn inhoud.
De beschuldiging, vervat in den vorm van 25 zeer preciese vragen, kwam hierop neer: Heeft Roger Salengro, wielrijder bij het 6e bataillon van het 233ste Regiment Infanterie, gedurende den nacht van 6 op 7 October 1915, na een mislukten en moorddadigen aanval bij de beruchte Ferme Navarin, de Fransche linies verlaten onder voorwendsel van een gesneuvelden kameraad te gaan zoeken, in werkelijkheid om over te loopen naar den vijand, en werd hij voor dit feit door den krijgsraad der 51ste Divisie bij verstek ter dood veroordeeld, ja of neen?
Wat was het beste dat Roger Salengro na deze aantijging te doen stond? Hij had onmiddellijk de samenroeping moeten eischen van een jury d'honneur. samengesteld uit veteranen van alle politieke partijen. Zoo deed indertijd zijn socialistische collega Antériou, minister van Pensioenen, die door een tegenstander ongegrond beticht werd de kwaliteit oud-combattant geüsurpeerd te hebben. Of hij had ironisch kunnen bekennen: ‘Inderdaad ben ik veroordeeld zooals honderden andere krijgsgevangen die in 't zelfde geval verkeeren als ik, en wier proces, een beetje haastig gevoerd, na den oorlog herzien is.’
Roger Salengro versmaadde deze eenvoudige tactiek, om welke redenen dan ook. Onder de 25 pertinente vragen kiest hij er ééne uit en antwoordt met een bondig démenti: Hij is nimmer door een Franschen krijgsraad berecht, doch door een Duitschen krijgsraad die hem twee jaar gevangenisstraf oplegde wegens arbeidsweigering.