De plannen
Bij de meeting in het Sport-Paleis, op Zondag 1 Juni, had Maurice Thorez, vazal en favoriet van Moscou, zich uitgedrukt in termen van ongekend geweld.
Hij verklaarde in tegenwoordigheid van Léon Blum en temidden van een onbeschrijflijk enthousiasme, dat de Communistische Partij welke de huidige regeering loyaal steunde, niettemin niets met dit gouvernement gemeen had en dat zij binnenkort - ‘Hoor wat ik zeg, kameraden: binnenkort...’ - aan het bewind zou zijn. Een publiek van 30.000 personen begroette deze verzekering met een stampvoetende geestdrift, met een overstelpend geloei van haat, vreugde en strijdlust, gelijk men nimmer in een openbare vergadering beleefd had. De mannen brulden. De vrouwen stortten tranen. Vreemde bijzonderheid: Onder dien orkaan van losbarstende hartstochten rees Léon Blum op van zijn stoel, greep de handen van Thorez en bleef ze drukken terwijl de toehoorders staande een donderende Internationale aanhieven.
Toen op Dinsdag 9 Juni bleek dat de successen der communisten zich bliksemsnel uitbreidden, nam het Comité van Actie der Partij nieuwe besluiten. Speciale agitators werden uit Parijs in automobielen afgezonden naar de provincies. Het overwicht dat de communisten reeds uitoefenden in de Confédération Générale du Travail, moest onbetwistbaar worden vastgesteld. Dienzelfden dag dus brak een heftige twist uit tusschen Racamond, communistisch kopstuk, en Jouhaux, den grooten menner der socialisten. Voor 't eerst in zijn leven moest Jouhaux zwichten en toen hij even later in de Arbeidsbeurs het woord wilde voeren voor de stakende kellners was hij genoodzaakt de vlucht te nemen voor de bedreigingen van vier gewapende communisten die den ingang der zaal bewaakten.
Na alzoo baas geworden te zijn van de Confédération du Travail besloten Thorez en zijn collega's, het bewind te nemen in den avond van Donderdag 11 Juni. De Parijsche politie was sinds langen tijd handig bewerkt. In een groot aantal posten groetten de agenten elkaar met de gebalde vuist. Een deel der kaders alleen was nog behept met nationale, dit wil zeggen anticommunistische gevoelens. Ook onder de Garde Mobile had de Communistische Partij sinds een jaar knap werk verricht, wat haar des te gemakkelijker viel daar bij manschappen en officieren de wrok nog nagistte over den hoon waarmee zij door de ‘patriotten’ overladen waren na de bloedige botsingen van Februari 1934.