Verlies
Wanneer het niet jammerlijk was zou men ermee lachen. Pomaré IV verleende als laatste kans aan haar onderdanen nog een soort van godsoordeel. Pomaret I scheert al zijn onderhoorigen over denzelfden kam. De droge guillotine voor ieder die zes kruisjes en een half achter den rug heeft. Men moet een Goethe beletten zijn tweeden Faust te dichten, een Verdi zijn Othello en Falstaff, een Wagner zijn Parsifal te componeeren. een Michel Angelo, Leonardo da Vinci, een Haydn, een Sophocles, een Vondel, een Aeschylos en zooveel andere stokouden, een Plato, een Bergson, een Pasteur, een Roux, een Nicolle om zich te bemoeien met muziek, poëzie, filosofie of geneeskunde. Men zou een lijst kunnen aanleggen van honderd genieën wier voorbarig uiteinde een ramp zou beduid hebben voor het menschdom wanneer ze op den wettelijken leeftijd uit den klapperboom waren geschud; een lijst van tienduizenden uitmuntende tijdgenooten (schrijvers, dokters, geleerden, ingenieurs, etc. etc.) wier plotselinge afdanking, om niet te zeggen executie, een onberekenbaar verlies zou meesleepen in alle takken der menschelijke bedrijvigheid. Het is waar dat dit weinig belang heeft voor wie zich op 't standpunt stelt van een wilde.
Men kan zich paaien met de gedachte dat zulk een ongeloofelijke wet per slot verworpen zal worden. Dat is niet zeker, hoewel waarschijnlijk. De eersten die tegen de plannen van Pomaret verzet aanteekenden waren de studenten der faculteiten. Er moge tekort zijn aan baantjes, de jeugd der hoogescholen wenscht geen munt te slaan uit de opvattingen van een barbaar. Het goede compenseert het kwade. Niet alles werd decadent en van de wijs en stapel.
Maar Pomaret is stellig niet de eenige dolle in het wetgevend lichaam van Frankrijk. Al ware hij echter de eenige, hij verplicht mij te constateeren hoe laag wij raakten: zoo laag, dat er in een democratisch parlement zonder blikken of blozen aanslagen kunnen beraamd worden tegen de elementairste menschelijke vrijheid, aanslagen gelijk er in de koppen van de beruchte dwingelanden der geschiedenis niet zijn opgedoken.
Voor het vijftigste jaar der Liberté éclairant le monde is dat een lamentabele samenloop van omstandigheden. Omstreeks denzelfden tijd dat men de Vrijheid van brons oprichtte werden de mannen geboren die haar zouden vernietigen als idee.
[verschenen: 5 augustus 1936]